Hoornsteen is eene soort van kwarts, die meestal in onregelmatige gedaante en dikwijls in zonderlinge vormen voorkomt. Men vindt deze delfstof vaak als versteeningsmiddel van plantaardige voorwerpen, zoodat men wel eens geheele boomstammen aantreft, die in hoornsteen herschapen zijn. Zij is splinterig of schelpachtig op de breuk, veelal grijs, doch ook geel, rood, bruin en groen van kleur, somtijds gewolkt of gestreept. Men kan er met staal vonken uit slaan, hoewel zij minder hard is dan kwarts; zij is ondoorzigtig, op zijn meest aan de kanten doorschijnend.
Volgens Klaproth bestaat zij uit 98l/4°l0 kiezelaarde, 3/4% aluinaarde, l/2°/0 ijzeroxyde en 1/3°/0 water. Men vindt den hoornsteen in Plutonische vormingen, welke van ertsformatiën vergezeld gaan, bijv. in den Harz, in Bohemen en in het Saksische Ertsgebergte. In Zweden komt hij voor als hoofdmassa van sommige porfiersoorten en wél onder den naam van hoornsteenporfier. Sommige soorten kunnen fraai gepolijst en als agaat bewerkt worden.