Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hoogmoed

betekenis & definitie

Hoogmoed. Wie blind is voor zijne zwakheden en gebreken en zich tevens uitstekende gaven en eigenschappen toedicht, komt hierdoor tot zelfverheffing of eigenwaan, en wie hierdoor wordt aangespoord om uit de hoogte op zijne, naar hij meent, minder bevoorregte medemenschen neer te zien, maakt zich schuldig aan hoogmoed. Deze laatste ontstaat derhalve uit gebrek aan zelfkennis en aan eene behoorlijke waardéring van het goede in anderen , — en is alzoo een kenmerk van domheid.