Hood. Onder dezen naam vermelden wij: Samuël, viscount Hood, een beroemd Britsch admiraal. hij werd geboren den 12den October 1724, begon zijne loopbaan als scheepsjongen bij de Koninklijke marine en was bij het uitbarsten van den Zevenjarigen Oorlog reeds opgeklommen tot den rang van kapitein. In 1758 werd hij kommandant van een fregat, begaf zich uit Portsmouth in zee en veroverde na een langdurigen strijd het Fransche fregat „Bellona”, waarna hij bevelhebber werd van het linieschip „Afrika” met 64 stukken. Toen de oorlog met Amerika uitbarstte, stevende hij derwaarts. Nadat hij in 1778 tot baronet en in 1780 tot admiraal verheven was, bragt hij den Franschen admiraal Grasse bij het eiland St.
Christoffel eene nederlaag toe (20 Februarij 1782), en behaalde met den bevel voerenden admiraal Rodney den 14den April daaraanvolgende eene belangrijke overwinning bij Guadeloupe. Ook veroverde hij 2 dagen daarna 10 Fransche linieschepen en 2 fregatten bij de Mona-passage. Koning George III verhief hem na den vrede van 1783 tot pair van Ierland met den titel van baron Hood van Catherington. In het volgende jaar werd hij lid van het Lagerhuis, waar hij door zijne vrijmoedige oppositie tegen de regéring eene groote populariteit verwierf. hij verloor ze echter, toen hij zich door zijne benoeming tot lord der admiraliteit liet bewegen om de zijde van het ministerie te kiezen. Bij den aanvang van den oorlog met de Fransche Republiek ontving hij het opperbevel in de Middellandsche Zee.
Met den Spaanschen admiraal Langara veroverde hij er in 1793 Toulon, doch de verdeeldheid der Koningsgezinden en de naijver der Spanjaarden deden hem van verdere ondernemingen afzien. Zelfs moest hij, gedrongen door de Republikeinsche belegeringstroepen en door het beleid van den jeugdigen Napoleon Bonaparte, de reede van Toulon verlaten. Vooraf stak hij er de tuighuizen, de magazijnen, 11 Fransche linieschepen en 9 fregatten en corvetten in brand, terwijl hij 3 linieschepen, 6 fregatten en 6 kleinere vaartuigen met zich voerde. Een geweldige storm noodzaakte hem, met zijne vloot bij de hijérische eilanden ten anker te gaan; doch weldra stevende hij van daar naar de Italiaansche wateren en veroverde in 1794 Corsica. bij zijn terugkeer in Engeland werd hij in 1796 begiftigd met den titel van viscount Hood van Whitley en benoemd tot gouverneur van het hospitaal te Greenwich. hij overleed te Bath den 27sten Januarij 1816. — zijn broeder Alexander Hood verkreeg desgelijks den rang van admiraal en pair, en overleed als viscount Bridgeport den 3den Mei 1814.
Thomas Hood, een uitstekend Engelsch humorist. hij werd geboren te Londen den 23sten Mei 1798, bezocht er de school en werd daarna op een handelskantoor geplaatst. Hier gevoelde hij zich zóó ongelukkig, dat zijne gezondheid er onder leed en men hem naar Dundee moest zenden. Aldaar openbaarde zich zijne neiging tot de beoefening der letterkunde, en hij plaatste opstellen in het „Dundee Magazine. Bij zijn terugkeer te Londen werd hij leerling bij een graveur en oefende zich hier lang genoeg om die kennis te verkrijgen, welke hem later bij het illustréren van zijne geschriften uitnemend te stade kwam. In 1821 echter bepaalde hij zich bij de letterkunde en nam de redactie op zich van het „London Magazine”. Later stichtte hij zelf een tijdschrift onder den titel: „Hood’s Magazine”. Zijn dichtbundel „Whims and oddities” vond grooten bijval; eigenaardig was daarin het geestig gebruik, dat de vervaardiger van woordspelingen maakte. Uit zijne „National tales (1827)” en zijn roman „tylney Hall (1828)” bleek, dat zijn talent minder geschikt was voor deze soort van geschriften.
Des te meer roem bezorgden hem zijne dichterlijke voortbrengselen, vooral „The dream of Eugene Aram” en „The plea of the midsummer fairies”, in 1829 in den almanak „The Gem” opgenomen. Zijn naam als humorist handhaafde hij door de uitgave van den „Comic Annual” en door zijn „Up the Rhine (1842)”, eene satyjre op de Engelsche touristen. De „Whimsicalities, a periodical gathering (1843, 2 dln)” waren grootendeels reeds algemeen bekend uit „The new monthly Magazine”. Zijn gedicht „Song of the shirt”, het eerst in „Punch” opgenomen en eene voorstelling bevattende van de ellende der arme Londensche naaisters, maakte een diepen indruk. In het algemeen doet hij zijne lezers lagchen over de dwaasheden der menschen en bijna tegelijkertijd weenen over hunne gebreken en ondeugden. Hij overleed den 3den Mei 1845. Zijne „Poems” hebben vele uitgaven beleefd, en eene volks-editie daarvan verscheen in 1866 in 2 deelen. Eene uitgave zijner gezamenlijke werken werd gedrukt in 1864 in 7 deelen. — Zijn zoon Thomas Hood junior, die laatstgenoemde uitgave bezorgde, maakte zich door zijne „Quips and crancs (1861)” desgelijks als humoristisch schrijver bekend, was vervolgens redacteur van het humoristisch tijdschrijft „The Fun”, en overleed den 20sten November 1874.