Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Homiletiek

betekenis & definitie

Homiletiek of predikkunde noemt men de wetenschap der kanselwelsprekendheid, inzonderheid de aanwijzing van alles, wat tot het opstellen en voordragen van Kerkelijke redevoeringen, homiliën en predikatiën behoort. Zij bevat in het algemeen de voorstelling van de beteekenis en de strekking der leerrede voor de openbare godsdienstoefening en in het bijzonder de regels, die men in acht moet nemen bij de keus der stof (heuristiek, meditatio), bij de verdeeling (dispositio) en de uitwerking der verschillende deelen, alsmede met betrekking tot de mondelijke voordragt en de gebaren. De homiletiek houdt zich aan de algemeene regels der welsprekendheid, maar wijzigt ze bij de toepassing naar den inhoud en het doel der leerrede. Ook het houden van bijbeloefeningen en van gelegenheidsleerredenen behoort tot haar gebied.

De geschiedenis der homiletiek is alzoo de geschiedenis van den preektrant. Men heeft homiletische hand- en leerboeken van Niemeijer, Hüffel, Nitzsch, Schleiermacher, Gaupp, Vinet, Palmer, Schweizer enz., terwijl hare geschiedenis geschreven werd door Ammon, Paniel en anderen. Van de Nederlanders, die belangrijke bijdragen hebben geleverd tot de homiletiek, noemen wij Erasmus (Ecclesiastes, 1535), Hollebeek (De optimo concionum genere 1768) en van Hengel (lnstitutio oratoris sacri, 1829).

< >