Heves, een Hongaarsch comitaat aan deze zijde van de Theisz, grenst ten noorden aan Neográd en Gömör, ten oosten aan Borsod en Szabolcs, ten zuiden aan Békés en Csongrad, en ten westen aan Pesth, en telt op nagenoeg 120 □ geogr. mijl omstreeks 300000 inwoners, die bijna allen tot den Magyaarschen stam behooren en meerendeels de R. Katholieke godsdienst belijden. De bodem is er over het geheel effen, behalve in het noordelijk gedeelte, waar zich het Matra-gebergte verheft. Hier groeijen uitmuntende wijnen, — voorts levert het land veel maïs en tabak.
Ook bloeijen er handel en nijverheid. De hoofdstad is Erlau, en men vindt er volkrijke vlekken.