Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hevel

betekenis & definitie

Hevel (Een) noemt men eene gebogen glazen of metalen buis om vochten over te schenken. Wil men bijv. water uit het vat in flg. 1 tappen, dan plaatst men daarin den hevel bsb', die vooraf geheel met water gevuld is, terwijl men, om het uitloopen te beletten, het uiteinde V met den vinger gesloten houdt. Is het kortere been der buis in het vat gedompeld en laat men den vinger bij V los, dan vloeit het water weg uit het vat. Immers de drukking op de opening van het korte been is even groot als die op de opening van het lange; doch de tegendrukking is in dit laatste wegens de grootere waterkolom aanzienlijker, zoodat deze de luchtdrukking overwint en wegvloeit, waardoor een luchtledig zou ontstaan, zoo het water uit den bak niet aanstonds volgde.

Om het voorafgaand vullen van den hevel te vermijden, heeft men er met zuigbuizen. Zoodanig een ziet men in fig. 2. Plaatst men dan het korte been sb in het vocht, en sluit men met den vinger de opening bij b, zoo kan men het vocht door de zuigbuis at opzuigen. Om het te snelle doordringen van het vocht tot den mond te vermijden, is beneden t een glazen bol aangebragt, wiens vulling een zekeren tijd vereischt, gedurende welken men den vinger bij V verwijderen kan. Men heeft de beenen van don hevel ook wel aan de uiteinden omgebogen, om hem in gevulden toestand te kunnen verplaatsen. Het is voorts duidelijk, dat men door middel van den hevel de vloeistoffen wel naar een lager, maar niet naar een hooger vat kan overtappen, en dat de werking ophoudt in het luchtledige.

< >