Henschel (Johann Werner), een beroemd Duitsch beeldhouwer, geboren te Cassel den 14den Februarij 1782, was eerst in zijne geboorteplaats een leerling van den beeldhouwer Heyd, zag zich vervolgens geplaatst op de Académie van Beeldende Kunst aldaar, en verwierf weldra eene gouden medaille voor het modél eener groep, „Hercules en Omphalé” voorstellend. Een reusachtig standbeeld van „Hercules met zijn knods”, volgens eigen vinding, verschafte hem een jaargeld om te reizen. Eerst ging hij naar Parijs, waar hij de kunstgewrochten van het Musée Napoleon bewonderde en in het atelier van David naar het levend modél schilderde. In 1810 ontving hij van het Fransch bestuur te Cassel de opdragt, om een marmeren standbeeld van Napoleon te leveren voor het Koningsplein aldaar, zoodat hij zich aanstonds derwaarts begaf.
Kleingeestige naijver was intusschen oorzaak, dat men de aanvankelijk aan hem toevertrouwde taak opdroeg aan een Fransch schilder. Daarentegen vervaardigde Henschel eenige allegorische figuren, die als gipsafgietsels de vertrekken van het Koninklijk paleis zouden versieren, alsmede het praalgraf van generaal du Cudras. De schilder Bury had hem aanbevolen aan de Koningin der Nederlanden, die met de Keurvorstin van Hessen bij hem eene „Caritas met 2 kinderen” bestelde. Van dit meesterstuk, in 1818 voltooid, bestaan 3 afgietsels in gips, van welke een in de verzameling van den kunstenaar achterbleef, terwijl de overige naar de beide Vorstinnen werden gezonden. Voorts leverde hij borstbeelden van den schilder Bury en van den hoogleeraar Lichtenberg. In 1818 werd hij gewoon lid van de Académie van Beeldende kunsten te Cassel.
Bezoeken in de menagerie van van Aken aldaar gaven hem aanleiding, den leeuw in verschillende standen voor te stellen. Ook volgden, op last van den Keurvorst van Hessen, onderscheidene andere beeldhouwwerken, zooals de 4 jaargetijden, een praalgraf voor den overleden zoon van den Keurvorst enz. In 1832 werd Henschel benoemd tot leeraar in de modelleer- en beeldhouwkunst aan de Keurvorstelijke Académie van Schoone kunsten met den titel van professor. Zijn belangrijkst kunstgewrocht is het standbeeld van Bonifacius, den 17den Augustus 1842 te Fulda onthuld. Voor den Koning van Pruissen vervaardigde hij „Hermann en Dorothea” naar Göthe, eene marmeren groep, thans te Potsdam geplaatst, Henschel overleed te Rome den 15den Augustus 1850.
