Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hemlinc

betekenis & definitie

Hemlinc (Hans), ook Memling of Memmelinck genaamd, een uitstekend Vlaamsch schilder der 15de eeuw, was volgens W. H. James Weale, zijn laatsten levensbeschrijver, afkomstig uit Medemblik (oudtijds Memelinck) en werd geboren omstreeks het jaar 1430. Men houdt hem voor een leerling van Rogier van der Weyden. Dat hij met Karel de Stoute naar Zwitserland zou zijn getrokken en na den slag van Nancy (7 Januarij 1477) te Brugge in het St. Jans-gasthuis verpleegd zou zijn, en uit dankbaarheid aldaar eenige uitstekende stukken zou hebben geschilderd, schijnt slechts eene legende te wezen.

Intusschen is het onbekend, wanneer en om welke reden hij zich in die stad gevestigd heeft, terwijl men slechts met zekerheid weet, dat hij er in 1478 de 2 luikedeuren schilderde voor de gilde van St. Jan en St. Lucas. Hij overleed aldaar, volgens Weale, tusschen 1 September 1492 en 10 December 1495. Te Brugge vindt men een aantal zijner beste stukken, zooals in de kerk van St. Salvator „De marteling van St. Hippolytus”, — in de Lieve Vrouwen-Kerk eene „Treurende Maria”, — in het académiegebouw een „St. Christoffel, door de rivier wadende”.

Eene andere voortreffelijke schilderij is er „De doop van Christus” met onderscheidene figuren. Beroemd zijn er voorts de stukken van Hemlinc in het St. Jans-hospitaal, vooral „De reliquiën-kist der Heilige Ursula” met een aantal tafereelen uit de legende van de Heilige Ursula met de 11000 maagden, —alsmede een altaarstuk, waarvan het hoofdtafereel „De aanbidding der 3 Koningen” bevat, terwijl de zijvleugels „De voorstelling van Jezus in den Tempel” en „De aanbidding der engelen” voorstellen. Uitstekend is ook „De verloving der Heilige Catharina”, — en deze verschillende stukken zijn met fraaije landschappen versierd. In de vergaderzaal van het hospitaal vindt men nog eene schilderij van zijne hand, „De Heilige Maagd” voorstellende.

Voorts heeft men stukken van dezen kunstenaar te Leuven, te Antwerpen, te Parijs, te Turijn, te Dantzig, te München en in particuliere verzamelingen, vooral in Engeland. Hij beoefende daarenboven de kunst van het miniatuurschilderen. Uit al zijne werken blijkt, dat hij zijn leermeester van der Weyden ver overtrof. Zijne koppen zijn edel, vol uitdrukking en leven. Vooral zijne landschappen zijn fraai van kleur, en men kan duidelijk zien, dat de natuur zijne leerschool geweest is.

< >