Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Heelu

betekenis & definitie

Heelu (Jan van) of eigenlijk van Heden of ook wel genaamd van Leeuwe naar het Brabantsch stadje, waar hij in een klooster leefde, bezong in Nederlandsch dicht den slag van Woeringen (zie aldaar), die hij in 1288 zelf had bijgewoond. Een uittreksel van zijn gedicht werd in 1641 door H. C. van Dongelberghe in Latijnsche verzen uitgegeven, en later in Nederlandsch proza overgezet. Toen tijdens onze vereeniging met België koning Willem I eene commissie benoemde tot het uitgeven van onderscheidene handschriften, die betrekking hadden op de Vaderlandsche geschiedenis, droeg deze commissie de uitgave van het gedicht van van Heelu op aan J. F. Willems, die het in 1836 in het licht deed verschijnen onder den titel: „Jan van Heelu, Rijmkronijk betreffende den slag van Woeringen, met ophelderingen en aanteekeningen”. Ook van Rijn heeft „Letter- en geschiedkundige aanteekeningen” gemaakt op deze kronijk, welke door Kroon en Jonckbloet in 1840 zijn in het licht gezonden.

De held der kronijk is Jan I, hertog van Brabant. In het eerste der 2 boeken wordt de jeugd van den hertog en de aanleiding tot den oorlog, en in het de slag zelf voorgesteld. Het geheele tafereel is met ongemeene levendigheid, hier en daar met stoute trekken geteekend. De dichter was vermoedelijk een heraut van den Hertog; hij droeg zijne verzen op aan Margaretha van Engeland, de verloofde van ’s Hertogs zoon.

< >