Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hauy

betekenis & definitie

Hauy (René Just), een beroemd Fransch delfstofkundige, geboren te St. Just den 28sten Februarij 1743, bezocht het collége de Navarre te Parijs en ontving vervolgens eene aanstelling als leeraar bij het collége-Lemoine.

Hij gevoelde zich ongemeen aangetrokken door de natuurkunde, vooral door de delfstofkunde, en wekte weldra de opmerkzaamheid door zijne ontdekkingen omtrent de wetten der kristallisatie. Op aanbeveling van Daubenton en Laplace werd hij in 1793 hoogleeraar aan den Jardin des Plantes. Gedurende de eerste stormen der Revolutie liep hij groot gevaar, doch ontkwam aan het schavot door de voorspraak van Geoffroy Saint-Hilaire. In 1793 werd hij lid der Commissie voor maten en gewigten, daarna professor aan de normaalschool, en in 1794 conservator van het Cabinet des Mines. Nu gaf hij zijn beroemd Traité de minéralogie (1801, 2 dln met atlas, 2de druk 1822)” in het licht en werd hoogleeraar in de delfstofkunde. Bij de stichting van het Instituut behoorde hij tot de eerste leden, terwijl ook Napoleon hem met onderscheiding bejegende.

Gedurende de Restauratie verminderde de regéring het kleine pensioen, waarop hij aanspraak had, en hij overleed den 3den Junij 1822. Hij leverde onderscheidene verhandelingen in tijdschriften en schreef daarenboven belangrijke werken, zooals: „Essai sur la théorie et la structure des cristaux (1784)”, — „Tableau comparatif des résultats de la cristallographie et de l'analyse chimique, relativement à la classification des cristaux (1802)”, — en „Traité de cristallographie (1822, 2 dln met atlas)”. — Zijn broeder Valentin (geboren 13 November 1745, ♰ 18 Maart 1822) wijdde zich aan de studie der nieuwe talen en aanvaardde eene betrekking bij het ministérie van Buitenlandsche Zaken. Vooral maakte deze zich beroemd door een doelmatig stelsel van onderwijs aan blinden. Hij bragt het in 1784 in toepassing in een door hem gesticht blinden-instituut te Parijs, later te Berlijn en eindelijk te Petersburg, vanwaar hij in 1817 terugkeerde. Hij schreef: „Essai sur l’education des aveugles (1786)”,— en „Mémoire historique sur les télégraphes (1810)”.

Naar René Just Hauy heeft het Hauyn zijn naam ontvangen, hetwelk, evenals lazuliet, eene zwavel- en zwavelzuurhoudende delfstof is van eene blaauwe of bruine kleur. Het behoort tot de familie der silicaten, kristalliseert meestal in den vorm van den granatoëder, doch bestaat dikwijls uit kristallijne korrels, is blaauwachtig wit op de streek, heeft glastot vetglans, verschillende graden van doorschijnendheid en een soortelijk gewigt van 2,5, terwijl zijne hardheid tusschen die van apatiet en veldspaat gelegen is. Het is eene verbinding van 12 % zwavelzuur en 34 °/0 kiezelaarde met aluinaarde, ijzeroxyde, kalk, natron of kali en wat zwavel, en vormt een bestanddeel van onderscheidene lavasoorten.