Hassenpflug (Hans Daniël Ludwig Friedrich), een Keur-Hessisch staatsman, geboren te Hanau den 26sten Februarij 1794, studeerde te Göttingen in de regten en trok in 1813 ten strijde tegen Frankrijk. In 1817 aanvaardde hij te Cassel eene regterlijke betrekking en ontving in 1821 den titel van „Obergerichtsrathsasssessor” bij het Hof van appèl. Toen de latere keurvorst Friedrich Wilhelm I tot mederegent zijns vaders benoemd werd, betrad Hassenpflug de staatkundige loopbaan. Na het overlijden van den minister Wiederhold (1832) werd hij „Ministerrath” en lid van het ministérie en zag zich kort daarna, onder den titel van „Geheimrath”, belast met de portefeuille van Justitie en van Binnenlandsche Zaken.
Hij legde in die betrekking veel talent, veel zaakkennis en veel behendigheid aan den dag, maar was en bleef een voorstander van het absolutismus. Hij belette het houden van vergaderingen, het vormen van vereenigingen en nam gestrenge maatregelen tegen de drukpers, Vooral echter zocht hij den invloed der vertegenwoordiging te beperken. Hij tergde deze met verdaging, ontbinding, bestrijding van hare bevoegdheid enz., en onttrok zich door verordeningen en besluiten aan het gezag der wetgevende magt. Zijne teugellooze heerschzucht maakte hem zoowel bij zijne meerderen als bij zijne minderen gehaat, zoodat hij het land verlaten moest en in 1837 zijn ontslag ontving. Eerst werd hij nu in HohenzollernSigmaringen, vervolgens in Luxemburg (1839) aan het hoofd der zaken geplaatst. Daarna vond hij een werkkring in Pruissen, waar zijne staatkundige rigting hem talrijke vrienden bezorgde bij de mannen der historische school. In 1841 werd hij lid van het Hooggeregtshof te Berlijn en vervolgens voorzitter van de Hooge regtbank te Greifswald. Hij bekleedde die betrekking tot in 1850, doch werd er in een onaangenaam procés gewikkeld, zoodat hij eene verhuizing noodzakelijk oordeelde.
Op uitnoodiging van den Keurvorst begaf hij zich in Februarij 1850 weder naar Cassel, waar de Keurvorst hem aan het hoofd plaatste van een nieuw kabinet. Wèl gaf hij aanvankelijk geruststellende beloften, maar de zaken namen weldra eene andere wending. Op nieuw ontbrandde de oude strijd met de vertegenwoordiging, welke gedurig ontbonden en van weigering van belastingheffing beschuldigd werd. In vollen vrede wilde het bewind het land in staat van beleg verklaren, doch dit voornemen leed schipbreuk op den tegenstand van de ambtenaren en van het leger. Daarop volgde het vertrek van den Keurvorst en van zijn minister naar Wilhelmshöhe, alsmede het binnenrukken van Bondstroepen, de afschaffing der constitutie en de invoering der grondwet van 13 April 1852. Het wilde echter aan Hassenpflug niet gelukken, deze grondwet in zijn geest en naar den wensch van den Keurvorst ten uitvoer te leggen, zoodat hij zich genoodzaakt zag, den 16den October 1855 zijn ontslag te nemen. Daarna begaf hij zich naar Marburg, waar hij den lOden October 1862 overleed.