Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hardlijvigheid, constipatie of obstructie

betekenis & definitie

Hardlijvigheid, constipatie of obstructie noemt men een toestand, waarin het ligchaam gebrek heeft aan voldoenden stoelgang. Deze laatste kan zeer verschillend zijn, — bij sommigen week, bij anderen hard, bij sommigen veelvuldig, bij anderen om de 4 of 5 dagen, bij sommigen geregeld, bij anderen onregelmatig. Wanneer nu de drekstoffen zich in het darmkanaal, doorgaans in den dikken darm, ophoopen en wegens hare hardheid eene vertraagde ontlasting veroorzaken, dan geeft men hieraan den naam van hardlijvigheid. Hare oorzaken kunnen zeer onderscheiden wezen.

Veelal heeft zij plaats, wanneer men hoofdzakelijk drooge spijzen gebruikt zonder er behoorlijk bij te drinken, of wanneer door sterke transpiratie veel vocht door de huid afgescheiden wordt, alsmede wanneer er overvloedige afscheiding door de nieren plaats vindt — voorts ook wanneer de beweging der darmen niet krachtig genoeg is, hetwelk dikwijls voortvloeit uit gemis van de noodige ligchaamsbeweging, vooral ook bij ouden van dagen, — alsmede wanneer men de slechte gewoonte heeft, niet aanstonds aan den drang tot ontlasting te gehoorzamen, waardoor het darmkanaal zijne veerkracht verliest, terwijl de drekstoffen in digtheid toenemen. Al die omstandigheden kan men echter door een goed dieet voorkomen of verwijderen. Erger is het, wanneer de hardlijvigheid voortkomt uit vernaauwing van het darmkanaal, uit eene verplaatsing of instulping der darmen of uit inwendige verzweringen. Eindelijk is hardlijvigheid de gezellin van onderscheidene andere ziekten, zooals loodvergiftiging, maagontsteking, leverkwalen, suikerpis, chronische hersen- en ruggemergziekten enz.

De gevolgen der hardlijvigheid zijn deels van plaatselijken, deels van algemeenen aard. Er kan eene blijvende verwijding van het darmkanaal door ontstaan. De prikkeling van het darmslijmvlies kan ontsteking veroorzaken, en deze kan zich uitstrekken tot het buikvlies, de pisblaas enz. Tot die gevolgen behooren verder aambeijen, uitzakking van den endeldarm, breuken enz., somtijds vergezeld van verlies van allen eetlust, congestie van bloed naar de borst en het hoofd, blijkbaar in hartklopping, kortademigheid, hoofdpijn en duizeligheid, alsmede zwaarmoedigheid enz.

De middelen, die men tegen eene gewone hardlijvigheid moet aanwenden, zijn zeer eenvoudig. Men gebruike vloeibare of veel water bevattende spijzen, drinke veel water, limonade en dun bier en vermijde het gebruik van zoodanige zelfstandigheden, die de verstopping bevorderen, zooals meel, melk, taai vleesch, chocolade enz. Vooral is het nuttigen van ooft zeer aan te bevelen. Is men genoodzaakt, een zittend leven te leiden, zoo zoeke men het af te wisselen door alles, wat ligchaamsbeweging vereischt, zooals wandelen, rijden, tuinarbeid, gymnastiek enz. Ook bevordert men den stoelgang door koude inspuitingen met behulp van een irrigator of clysopomp, door koude wasschingen aan den onderbuik, voorts door baden en zwemmen. Eindelijk is het van belang, zich niet te warm te kleeden en alzoo eene overtollige afscheiding van zweet te voorkomen. Men kan zich op die wijze aan een regelmatigen, dagelijkschen stoelgang gewennen, die tot het welzijn des ligchaams en de opgeruimdheid des gemoeds niet weinig bijdraagt.

< >