Hammer (Julius), een Duitsch dichter, geboren te Dresden den 7den Junij 1810, studeerde te Leipzig in de regten, maar gevoelde zich veel meer aangetrokken door letter- en geschiedkundige studiën. In 1834 keerde hij terug naar zijne geboorteplaats, waar een klein blijspel „Das seltsame Frühstuck” hem in aanraking bragt met Ludwig Tieck en Theodor Hell. Door deze mannen aangemoedigd, nam hij het besluit, om zich geheel en al aan de letteren te wijden. Dientengevolge ging hij in 1837 wederom naar Leipzig en gaf er eene reeks novellen in het licht, namelijk: „Adelich und bürgerlich (1838)”, — „Leben und Traum (1839, 2 dln)”, — „Stadtund Landgeschichten (1815, 2 dln)”, die echter geen grooten opgang maakten.
Tevens leverde hij vele opstellen in tijdschriften. In 1845 vestigde hij zich te Dresden , en zijne dichterlijke voortbrengselen begonnen in den smaak te vallen van het publiek. In 1851 verscheen zijn: „Schau um dich und schau in dich (14de druk 1865)”, — voorts „Zu allen guten Stunden (3de druk 1863)”, — „Fester Grund (2de druk (1862)”. — „Auf stillen Wegen (1859, 2de druk 1865)”, — „Lerne, liebe, lebe (1862)”, — en de roman „Einkehr und Umkehr (1856, 2 dln)”.
Hij legde zich voorts toe op de kennis der Oostersche talen en dichtte: „Unter dem Halbmond (1861)”, — en „Die Psalmen der Heiligen Schrift (1861)”.
In 1862 verhuisde hij van Dresden naar Nürnberg, doch keerde in 1862 derwaarts terug, en overleed te Pillnitz den 23sten Augustus van laatstgenoemd jaar.
Hem komt de eer toe, dat hij den eersten stoot heeft gegeven tot het tot stand brengen der Schillerstichting.
