Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Halma

betekenis & definitie

Halma (François), een verdienstelijk Nederlandsch geschied- en letterkundige, geboren den 13den Januarij 1653 te Langerak in de provincie Utrecht, ontving te Utrecht onderrigt in de Latijnsche taai, daar hij bestemd was voor de betrekking van predikant. Een zamenloop van omstandigheden bragt hem echter bij den boekhandel, waarbij zijne taalkennis hem uitnemend te stade kwam. Weldra zag hij zich tot académie-drukker benoemd, en zijne drukkerij verkreeg zelfs buiten 's lands een beroemden naam. Terwijl hij zijne stoffelijke middelen zag toenemen, bleef hij te Utrecht tot 1699, waarna hij zijn boekhandel overbragt naar Amsterdam.

Toen hij voorts in 1710 door de Staten van Friesland aangesteld was tot landschapsdrukker, begaf hij zich naar Leeuwarden, waar hij desgelijks op loffelijke wijze werkzaam was en den 13den Januarij 1722 overleed. Hij schreef: „Holland aan de voeten des Konings, uit het Fransch van La Volpelière (1707)”, — „Davids harpzangen of de CL Psalmen op nieuw op de gewone zangwijze in digtmaat gebragt (1707)”, — „Woordenboek der Nederduitsche en Fransche talen (1708 en later bij herhaling, 2 dln)”, — „Friesland in rouw over den dood van Johan Willem Friso (1711)”, — „Goddelyke begeerte van eene geloovige ziel”, — „Gereformeert gezangboek enz. (1612; 2de druk 1721)”, — „Het kasteel van Aigermonte enz. in heldendicht (1715)”, — „Woordenboek der H. Schrift (1716)”, — „J. Lamigue, het leven van Johan Willem Friso (1716, 2 dln)”,— „Geographisch woordenboek van het land Kanaän (1717)”, — „Kaartboek van Friesland (1718)”, — „Heilige feestzangen (1718)”, —„Bijbelsche mengelzangen (1718)”, — en „Tooneel der Vereenigde Nederlanden en onderhoorige landschappen, geopend in een algemeen historisch, genealogisch, geographisch-staatkundig woordenboek (1725, 2 dln folio)”.