Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Groszmann

betekenis & definitie

Groszmann. Onder dezen naam vermelden wij:

Christian Gottlob Leberecht Groszmann, een verdienstelijk Duitsch godgeleerde. Hij werd geboren den 9den November 1783 te Priesznitz in Altenburg, studeerde te Jena in de theologie, redde door zijn moed de inwoners zijner geboorteplaats, die men ten onregte verdacht van moord, aan doortrekkende Franschen gepleegd, van den dood, en werd er in 1808 als predikant de opvolger van zijn vader. Later was hij werkzaam te Gröbitz, en in 1822 ging hij als diaconus en professor naar Schulpforta, in 1823 als superintendent-generaal en hofprediker naar Altenburg, en in 1829 als superintendent-generaal en professor naar Leipzig, waar hij den 29sten Junij 1857 overleed. In 1833 zag hij zich benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Saksische Standen en toonde er zich een ijverig bevorderaar van den vooruitgang. Hij was voorts een grondig kenner van de AlexandrijnschIsraëlietische wijsbegeerte, en schreef onder anderen: „Quaestiones Philoneae (1829, 2 dln)”, — „De Judaeorum disciplina arcana (1833—1834, 2 dln)”, — en „De philosophia Sadducaeorum (1836—1838, 3 dln)”.

Gustav Friedrich Wilhelm Groszmann, een verdienstelijk tooneelspeler en tooneeldichter. Hij werd geboren te Berlijn in 1746, ontving eene uitmuntende opvoeding, en was reeds Pruissisch secretaris van legatie te Dantzig, toen hij het besluit nam, zich geheel en al aan het tooneel te wijden. In 1784 verzamelde hij een tooneelgezelschap, waarmede hij onderscheidene plaatsen en eindelijk ook Hannover bezocht, waar hij in 1796 overleed. Hij was klein van gestalte, maar voor vele rollen uitstekend geschikt. Ook als directeur legde hij groote bekwaamheid aan don dag, terwijl hij zich onderscheidde door kennis en beschaving. Wegens zijne revolutionaire gevoelens werd hij in 1795 tot eene halfjarige gevangenisstraf veroordeeld. Zijne beste stukken zijn het tooneelspel: „Nicht mehr als sechs Schüsseln (1780)”, — het treurspel: „Wilhelmine von Blondheim (1775)”, — de tooneelspelen: „Die Feuerbrunst (1713)”, en „Adelheid von Veltheim (1780)”, — en het blijspel : „Henriette (1783)”.

< >