Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Groothertog

betekenis & definitie

Groothertog is de naam van een vorst, die in rang tusschen den hertog en den koning is geplaatst en den titel voert van „Koninklijke hoogheid”. Cosimo I dei Medici was de eerste regent, die dezen titel van paus Pius V ontving, doch eerst zijn zoon en opvolger Francesco zag dien, wegens zijn huwelijk met eene zuster van Maximiliaan II, door den Keizer bekrachtigd (1575). De titel van „Koninklijke Hoogheid” werd er in 1699 mede verbonden, en de groothertog van Florence gaf aan Toscane den naam van groothertogdom.

In den tijd van Napoleon 1 is het door een aantal andere groothertogdommen gevolgd, en volgens de bepalingen van het Weener Congrès werd die rang toegekend aan Hessen, Saksen-Weimar, de beide Mecklenburgen, en Oldenburg. Voorts is de Koning van Pruissen groothertog van de Neder-Rijn en Posen, de Koning der Nederlanden groothertog van Luxemburg, en de Keurvorst van Hessen groothertog van Fulda.

< >