Wat is de betekenis van groothertog?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

groothertog

groothertog - Zelfstandignaamwoord 1. (adel) adellijke titel die hoger is dan die van hertog maar lager dan die van koning In Pussy volgen we Fracassus (van fracas: opschudding, rumoer, opstootje) van de wieg tot het begin van zijn politieke carrière, wanneer hij afrekent met een broekdragende feministe. Fr...

2024-03-29
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

groothertog

Rangtitel tussen koning en hertog, gevoerd door de regerende vorst van een groothertogdom. De aanspreektitel is Koninklijke Hoogheid. De niet-regerende, standsgelijke leden van het Huis van een groothertog voeren de titel hertog(in) of prins(es). In de Napoleontische tijd en kort daarna op het Wener Congres namen verscheidene soevereine hertogen in...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

groothertog

vorstelike titel.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groothertog

m. (-en), titel van sommige vorsten : de Groothertog van Luxemburg.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Groothertog

titel van een souvereine vorst, in rang tussen hertog en koning.

2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GROOTHERTOG

is de titel van een souvereine vorst, die in rang direct na een koning is geplaatst. Cosimo I dé Medici (1519-1574) was de eerste regent, die deze titel van paus Pius V ontving (1567), doch eerst zijn zoon en opvolger Francesco zag die, wegens zijn huwelijk met een zuster van Maximiliaan II, door de keizer bekrachtigd (1575). De titel van ...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

groothertog

m. groothertogen (meer dan hertog: een vorstelijke titel): de groothertog van Luxemburg.

2024-03-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Groothertog

tot 1918 titel, meest door Napoleon I verleend, v/d vorsten der Duitsche staten Baden, Hessen, Mecklenburg, Sachsen-Weimar, Oldenburg. Thans nog slechts Luxemburg.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Groothertog

Groothertog - waardigheid, gerangschikt tusschen de koninklijke en de hertogelijke. Het eerst werd de titel verleend in 1569 door paus Pius V aan Cosimo van Florence. Latere voorbeelden: g. van Luxemburg op 9 Juni 1815, g. van Mecklenburg-Strelitz op 28 Juni 1815, enz.