Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gripho

betekenis & definitie

Gripho, Griffo of Grippo Gripho een zoon van Karel Martèl en een halfbroeder van Karloman en Pepijn de Korte, verkreeg van zijne broeders bij de deeling des Rijks slechts eenige steden. Daar zijne moeder hem met hulp van den Hertog van Beijeren regt zocht te verschaffen, maakten de beide halfbroeders zich meester van Laon en namen Gripho en zijne moeder gevangen.

Toen Karloman in 747 in een klooster ging, zorgde hij, dat Gripho zijne vrijheid en zijne bezittingen herkreeg, en Pepijn noodigde dezen aan zijn Hof. Gripho nam echter de wijk naar de Saksers, en toen deze zich onderwerpen moesten, ging hij naar Beijeren, waar hij den minderjarigen Thasilo II van het hertogdom beroofde. Pepijn echter herstelde dezen in zijne heerschappij en voerde Gripho gevangen naar Frankrijk, waar hij hem Le Mans en 12 graafschappen tot een hertogdom schonk. Hiermede echter was Gripho niet te vreden: hij nam de vlugt naar Aquitanië en werd eindelijk in 733 op zijn togt naar Italië gedood.

< >