Griffellei (Griffelschiefer) is eene soort van leisteen, die door hamerslagen in langwerpige, prismatische stukken gespleten wordt, zoodat men van deze griffels kan maken, om daarmede op de lei te schrijven. Deze splijtbaarheid is in zijn aard gelegen, daar hij ook in dergelijke stukken uiteenvalt, wanneer men hem eenigen tijd in de opene lucht laat liggen. Het Silurische overgangsgesteente in het zuidoostelijk gedeelte van het Thüringerwoud is het meest voor griffels geschikt. Het is grijs tot donkerblaauw en maakt een witten of licht-grijzen streep.
Als dit gesteente uit de groeve gehaald is, houdt men het vochtig in kelders. Voorheen geschiedde de bewerking uit de hand: het gesteente werd eerst gespleten, en men schaafde daarna de scherpe kanten glad. Later heeft men hiertoe werktuigen aangewend en de prisma’s door eene schijf met ronde gaten gedreven, waardoor zij eene volkomene ronding bekomen.
