Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Grevy

betekenis & definitie

Grevy (François Judith Paul Jules), een Fransch regtsgeleerde en staatsman en voorzitter der Nationale Vergadering in zijn vaderland, werd geboren den 15de» Augustus 1809 te Mons-sous-Vaudrez, bezocht het collége te Poligny en begaf zich naar Parijs, om aldaar in de regten te studéren. Als student nam hij deel aan de omwenteling van 1830 en behoorde tot hen, die zich meester maakten van de kazerne Babylone. In 1837 werd hij advocaat en verwierf weldra een goeden naam als verdediger van de liberale en radicale partij. In het groot procès van 12 en 13 Mei 1839 verdedigde hij Quignot en Phillipet medebeschuldigden van Blanqui en Barbes.

Inmiddels bemoeide hij zich minder met staatkundige aangelegenheden dan met regtszaken, doch de omwenteling van 1848 bragt hem weder op het gebied der politiek. Ledru-Rollin benoemde hem tot commissaris der regéring in het Jura-departement, en hij betoonde hierbij zooveel beleid, dat men hem afvaardigde naar de Constituante. Hier werd hij lid der commissie voor de regtsbedoeling, — voorts vicepresident der Vergadering, en trad op als een van de degelijkste redenaars der Democratische partij. Steeds toonde hij zich zeer naijverig op zijne onafhankelijkheid, maar stemde doorgaans met de uiterste linkerzijde. Hij behoorde tot de weinigen, die van een presidentschap van Lodewijk Napoleon niets wilden weten, vooral daar hij zeer goed inzag, dat er botsing zou ontstaan tusschen eene Vertegenwoordiging en een President, die beide door het algemeen stemregt waren gekozen. Hij leverde dus een amendement in, waarin hij voorstelde, om de uitvoerende magt in handen te geven van een onder de wetgevende magt geplaatsten ministerraad. Het werd echter met 643 tegen 158 stemmen verworpen. Als aanhanger van generaal Cavaignac kwam hij gestadig in verzet tegen het ministerie van 20 December 1848, en als rapporteur over verschillende voorstellen tot ontbinding der Constituante hield hij niet op, die te bestrijden.

Wederom werd hij met eene groote meerderheid afgevaardigd naar het Wetgevend Ligchaam en bleef getrouw aan zijne beginselen, zonder zich bij de Bergpartij te voegen. Hij pleitte vóór de vrijheid van drukpers, tegen den staat van beleg, tegen de wet van 31 Mei en verzette zich tegen eene herziening der Constitutie. Na den staatsstreek zeide hij de staatkunde vaarwel, leefde voor de pleitzaal, en werd in 1868 bâtonnier van de orde van advocaten te Parijs. In dat jaar werd hij weder door het Jura-Departement naar het Wetgevend Ligchaam gezonden, en na den val van het tweede Keizerrijk zag hij zich door het Voorloopig Bewind benoemd tot commissaris der Nationale Verdediging in de departementen Doubs, Jura en Haute-Saône. Door het departement Jura tot lid benoemd van de Nationale Vergadering te Bordeaux, zag hij zich aldaar den 17den Februarfl 1871 tot voorzitter gekozen, waarna hfl in eene ernstige redevoering tot den vrede vermaande en de pogingen van Thiers ijverig ondersteunde. Na het verdagen der Vergadering bleef hfl voorzitter der Permanente Commissie, en toen de Vergadering zich weder vereenigde, werd hij den 5den December 1871 op nieuw tot voorzitter gekozen, doch later door Buffet vervangen.

< >