Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Graaff

betekenis & definitie

Graaff (Cornelis Jacob van de), geboren den 30sten November 1734, trad op jeugdigen leeftijd in krijgsdienst, klom op tot den rang van luitenant-kolonel en controleur-generaal der fortificatiën, en vertrok in 1784 met het schip „Voorschoten” als gouverneur naar de Kaap de Goede Hoop.

Hij regeerde er met zachtheid en billijkheid en zorgde tevens als krijgsman, dat de stad in staat van verdediging gesteld en eenigzins versterkt werd. Dit gaf echter aanleiding, dat hij van geldverspilling beschuldigd werd, en schoon prins Willem V hem zocht te beschermen, bewerkte de Staats-partij zijne terugroeping. Hij begaf zich in 1791 naar het Vaderland en bragt door zijne verdediging zijne beschuldigers tot zwijgen, zoodat men hem zelfs den titel en de bezoldiging van gouverneur van de Kaap wilde laten behouden. Hij bedankte echter voor die aanbiedingen en trad weder in dienst als kolonel der genie, werd in 1794 tot generaal-majoor bevorderd, doch nam in 1795 zijn ontslag. Hij was gehuwd met Hester Cornelia Reinet en de stichter van het bekende dorp Graaf-Reinet in de Kaap-kolonie.

Zijn broeder Willem Jacob, geboren in 1736, werd eerst voor de krijgsdienst opgeleid, maar vertrok in 1747 met den rang van onderkoopman naar Indië, waar hij op Ceylon geplaatst werd. Nadat hij er gedurende 20 jaar met ijver was werkzaam geweest, zag hij zich in 1776 te Suratte aan het hoofd gesteld van een kantoor der Compagnie en kort daarna benoemd tot buitengewoon raad van Indië. Eenige jaren later werd hij gouverneur en directeur van Ceylon en gewoon raad van Indië. Toen volgde den 25sten Junij 1793 zijne benoeming tot eersten raad van Indië en directeur-generaal van den Indischen handel, maar eerst den 4den Januarij 1796 kon hij, wegens de tegenwerking zijner vijanden, die hooge betrekking aanvaarden. Na weinige weken bragten zijne tegenstanders de ergste beschuldigingen tegen hem in, zoodat hij gelast werd, met de eerste gelegenheid naar Nederland te vertrekken. Hij gehoorzaamde, doch het schip, waarop hij zich bevond, werd nabij de Kaap de Goede Hoop door de Engelschen veroverd, maar kort daarna door de Franschen hernomen en naar Mauritius opgebragt. Van hier scheepte de Graaff zich in naar de kust van Coromandel, waar hij in het belang van zijn Vaderland onderhandelingen aanknoopte met den sultan Tippo-Saïb, terwijl hij inmiddels de tijding ontving, dat de schout-bij-nacht Lucas met eene vloot in aantogt was, om onze Oost-Indische bezittingen tegen de Engelschen te beschermen.

Om dien vlootvoogd te ontmoeten, deed hij zich weder naar Batavia brengen, waar hij aan de gezaghebbers het verzoek rigtte om mededeelingen te mogen doen, die tot groot nadeel van den vijand konden strekken. Het werd hem evenwel niet vergund, aan wal te komen, zoodat hem niets anders overschoot dan onder zeil te gaan naar het Vaderland. Hij bereikte het in 1797 en werd het volgende .jaar door een comité, van wege de Nationale Vergadering benoemd, geheel en al onschuldig verklaard aan de hem te laste gelegde feiten, waarna deze miskende dienaar der Oost-Indische Compagnie zijne laatste levensjaren nabij de stad Utrecht doorbragt.