Gourmand, noemen de Franschen den zoodanige, die gaarne veel en goed eet, terwijl zij den aanzienlijken lekkerbek met den naam van gourmet bestempelen.
De tafelweelde, onbekend aan de helden der oude Grieken en Germanen, was vooral groot bij de Romeinen ten tijde der Keizers, en wordt sedert den aanvang dezer eeuw niet weinig in eere gehouden in de hoofdstad van Frankrijk. Hier verscheen van 1803 tot 1812 de „Almanach des gourmands”, geschreven door Grimod de Lareynière, die ook een merkwaardig „Manuel des Amphitryons” in het licht gegeven heeft.