Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gouden eeuw

betekenis & definitie

Bij de meeste volkeren en godsdienstige genootschappen vindt men de sage van eene gouden eeuw, namelijk van een tijd, waarin de aardbodem, zonder arbeid te vorderen, ruimschoots in de behoeften der menschen voorzag, — waarin zelfs de verscheurende dieren in onderlinge vrede leefden, — en waarin de mensch, vrij van alle ondeugden en zorgen, een ongestoord geluk genoot.

Die sage is ontstaan door de meening, dat de maatschappij door de toenemende beschaving allengs slechter wordt. Volgens de Grieksche en Romeinsche dichters (Hesíodus, Aratus, Ovidius en Virgilius) bestond de gouden eeuw onder de heerschappij van Saturnus, en wij vinden er tevens de troostrijke verzekering, dat zij eenmaal zal terugkeeren. Iets dergelijks treft men aan in de mythen der oude Germanen, — wijders in de Paradijssage en in de Messiaansche verwachtingen der Israëlieten, — en in de Chiliastische droomen der middeleeuwen.