Goenong-Api (Vuurberg) is een naam, die op de kaart onzer Oost-Indische bezittingen meermalen voorkomt. Daardoor wordt vooreerst een eiland aangeduid, ook Sangiang geheeten en gelegen ten noordoosten van de kust van Bima, slechts weinige geogr. mijlen van deze verwijderd, en aan den sultan van Bima toebehoorend. Op de oostzijde van dat eiland verheft zich een hooge, scherpe, altijdrookende piek. De bevolking bestaat er uit ongeveer 300 zielen.
Het land is er vruchtbaar en levert uitmuntende paarden en veel katoen. — Voorts wordt de naam van Goenong-Api of Brandend Eiland gegeven aan een onbewoond, kegelvormig eiland in de Banda-zee in de nabijheid van Neira en van dit laatste door het Zonnegat gescheiden. Het bestaat uit een grooten vulcaan, ter hoogte van 300 Ned. el, waaruit de rook onophoudelijk opstijgt. De grond rondom dezen vuurspuwenden berg is met een weelderigen plantengroei bedekt, gedeeltelijk gevormd door kokos- en bamboe-tuinen, gedeeltelijk door muskaatperken. Hier en daar verrijzen er woningen in het lommer der boomen. Aan de noordzijde van dit eiland ligt een groot rif. — GoenongApi heet ook een vulcaan op de noordkust van het Sangir-eiland Siao, tot de residentie Menado behoorend, — en eindelijk een vuurspuwende berg op het eiland Lombok niet ver van het meer Danoe. Hij is een top van den Rindjani-berg en verheft zich ongeveer 2600 Ned. el boven de oppervlakte der zee.
