Glocker (Ernst Friedrich), een verdienstelijk Duitsch delfstofkundige, geboren te Stuttgart den lsten Mei 1793, studeerde te Tübingen in de godgeleerdheid, in de wijsbegeerte en in de natuurlijke historie. Nadat hij reeds als godsdienstleeraar was werkzaam geweest, begaf hij zich in 1817 naar Halle, om zich te bekwamen in de kruidkunde, en vervolgens naar Berlijn om zich toe te leggen op de delfstofkunde. Vervolgens werd hij leeraar aan het gymnasium en privaat-docent te Breslau, in 1824 buitengewoon en in 1832 gewoon hoogleeraar in de delfstofkunde en directeur van het mineralogisch kabinet aldaar.
Hij overleed den 18den Julij 1858. Behalve vele kleine opstellen, schreef hij onder anderen : „Handbuch der Mineralogie (1829—1831, 2 dln)’’, — „Grundrisz der Mineralogie mit Einschlusz der Geologie und Petrefaktenkunde (1839)”, — „Generum et specierum mineralium secundum ordines naturales digestorum synopsis (1847)", — en „Neue Beiträge zur Kenntnisz der nordischen Geschiebe und ihres Vorkommens in der Oderebene um Breslau (1857).”
