Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Glisson

betekenis & definitie

Glisson (Francis), een verdienstelijk Engelsch geneeskundige, geboren in 1597 te Rampisham in Dorsetshire, bekleedde gedurende 40 jaar het hoogleeraarsambt aan de geneeskundige school te Cambridge en werd in 1634 lid van het College of Physicians te Londen, waar hij vervolgens tot voorzitter en in 1639 tot professor in de ontleedkunde benoemd werd.

Bij den aanvang van den burgeroorlog vertrok hij naar Colchester, doch na de overgave der stad aan de opstandelingen keerde hij naar Londen terug en was er een der eerste leden der vereeniging, waaruit later „the Royal Society” is ontstaan. Hij gaf in 1650 zijne verhandeling „De rachitide seu morbo puerili” in het licht, en deze vóór hem nog niet beschrevene ziekte werd na dien tijd buiten Engeland met den naam van Engelsche ziekte bestempeld. Uitstekend is ook zijne „Anatomia hepatis (1654)”, en hij schreef voorts: „Tractatus de natura substantiae energetica seu de vita naturae ejusque tribus primis facultatibus (1672)”, en in 1677 — een jaar na zijn dood — verscheen nog zijn boek: „De ventriculo et intestinis”.

Dit werk is het eerste, waarin men vermoedens vindt over den aard van den enkelvoudigen vezel, en waarin de irritabiliteit van de sensibiliteit onderscheiden wordt. Glisson schreef de zamentrekking van het hart enz. toe aan de werking van een prikkel op het irritabel beginsel, terwijl hij met juistheid handelde over de peristaltische en antiperistaltische beweging van maag en ingewanden. Wij bezitten eindelijk van hem: „De lymphaeductis nuper repertis (Amsterdam, 1659)”, — en „Anatomica prolegomena et anatomia hepatis”.

< >