Gerstner. Onder dezen naam vermelden wij:
Frans Joseph ridder von Gerstner, een verdienstelijk werktuigkundige. Hij werd geboren den 23sten Februarij 1756 te Kommotau in Bohemen, bezocht de Jezuïetenschool aldaar, en studeerde te Praag in de wiskunde, zoodat hij in 1799 als ingenieur, in 1782 bij de sterrewacht te Weenen en in 1784 bij die te Praag geplaatst werd. Voorts belastte men hem in 1787 met de kadastrale opmeting van Bohemen; hij werd in 1788 assistent-leeraar in de wiskunde aan de universiteit te Praag, zag er zich in 1789 tot leeraar benoemd, en aanvaardde in 1801 de taak, om eene technische school te Praag te stichten, waarna hij met het bestuur van die inrigting belast werd. in 1807 nam hij de leiding op zich der werkzaamheden van het hydrotechnisch genootschap, en in 1811 werd hij er voorzitter eener commissie van den waterstaat. Ook werd op zijn voorstel de polytechnische school uitgebreid. Hij overleed den 25sten Junij 1832. Gedurende een tijdperk van omstreeks 30 jaar kwam in Bohemen geene zaak van eenig belang tot stand zonder zijne medewerking. Van zijne geschriften noemen wij: „Theorie der Wellen (1804)”, — „Zwei Abhandlungen über Frachtwagen und Straszen (1813)”, — „Ueber die Spirallinie der Treibmaehinen (1818)”, — „Ueber die Vortheile der Anlage einer Eisenbahn zwischen der Moldau und Donau (1825)”, — en „Handbuch der Mechanik (1831—1838, 3 dln)”.
Franz Anton, ridder von Gerstner, een beroemd ingenieur en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Praag den 11den Mei 1793, bezocht er het polytechnisch instituut, en werd reeds in 1818 hoogleeraar aan de polytechnische school te Weenen. Nadat hij de spoorwegen in Engeland had gadegeslagen, bestuurde hij in 1823 en 1824 de voorloopige werkzaamheden voor een spoorweg van de Moldau naar de Donau en ondernam, na een herhaald vertoef in Engeland, in 1825 den verderen aanleg. Daar echter de aandeelhouders besloten, de tweede helft van den weg naar een ander, min-kostbaar stelsel te bouwen, legde von Gerstner zijne betrekking neder. In 1829 ging hij ten 3den male naar Engeland, en toen het hem mislukte, aandeelhouders te verkrijgen voor het gebruik der waterkracht van eene sluis tusschen Milaan en Pavia, vertrok hij in 1834 naar Petersburg, waar hij den eersten spoorweg in Rusland, namelijk dien van genoemde hoofdstad naar Zarskoje Zelo, bouwde. Toen deze voltooid was (1837), maakte hij aanstalten om een grooteren te leggen, maar ging in 1838 naar New-York, om er de spoorwegen te onderzoeken. Hij overleed echter aldaar onverwacht op den 12den April 1840. Hij schreef: „Lehrgegenstande der praktischen Geometrie (1818)”, — „Sammlung der Aktenstücke in betreff der ersten österreichischen Eisenbahn zwischen Moldau und Donau (1827)”; — ook gaf hij een nieuwen druk uit van het „Handbuch der Mechanik” zijns vaders, met een 3de en 4de deel vermeerderd.