Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gerstäcker

betekenis & definitie

Gerstäcker (Friedrich), een uitstekend Duitsch schrijver, geboren te Hamburg den lOden Mei 1816, vergezelde als knaap zijn vader, een verdienstelijk tenorzanger, op zijne kunstreizen en kwam, na het overlijden van dezen, bij zijn oom te Bronswijk en vervolgens te Cassel tegen zijn zin op een handelskantoor. Nadat hij zich voorts te Döben by Grimma op den landbouw had toegelegd, vertrok hij in 1837 uit Bremen naar Noord-Amerik, zwierf er rond door de verschillende Staten, en leidde eindelijk als jager in de maagdelijke wouden van het Westen een avontuurlijk leven. in 1842 nam hij het bestuur op zich van een hotel te PointCoupee in Louisiana, maar het heimwee dreef hem in 1843 weder naar Duitschland. Vele van zijne mededeelingen uit Amerika waren in tijdschriften met blijdschap ontvangen, zoodat hij zich nu bepaalde bij het beschrijven van zijne lotgevallen in de Nieuwe Wereld. Op zijn eerste werk „Streifund Jagdzügen durch die Vereinigten Staaten Nord-Amerikas (1844, 2 dln, 2de druk 1856)” volgden „Die Regulatoren von Arkansas (1846, 3 dln, 4de druk; 1862)” en „Die Fluszpiraten des Mississippi (1848, 3 dln, 4de druk 1862)”, alsmede 2 bundels boeijende verhalen onder de titels „Mississippibilder (1847, 3 dln, 2de druk 1853—1856)” en „Amerikanische Waldund Strombilder (1849, 2 dln, 2de druk 1855)”.

Deze romans onderscheiden zich door een uitstekenden verhaaltrant en eene ongemeene frischheid. Daarenboven gaf hij een aantal andere populaire geschriften in het licht, zooals „Reisen um die Welt (1847—1848, 6 dln, 2de druk 1858)”, en „Der Deutschen Auswanderer Fahrten und Schicksale (1847)”. Door het toenmalig Rijksministérie ondersteund, ondernam hij in Maart 1849 op nieuw eene groote reis. Hij ging over Rio-Janeiro, Buénos-Ayres en Valparaiso naar Californië, stevende van hier naar de Sandwich-eilanden en zette met een walvischvaarder zijn togt voort tot aan de Gezelschaps-eilanden. Vervolgens begaf hij zich naar Sidney en doorkruiste het zuiden van Australië, hetwelk hij in September 1851 verliet, om over Java naar Duitschland terug te keeren, waar hij in Junij 1852 zich te Leipzig vestigde. in 1860 ondernam hij eene derde reis, hoofdzakelijk met het doel om de Duitsche volkplantingen in Zuid-Amerika te bezoeken. Hij overschreed de landengte van Panama, toog door Ecuador en Peru en zeilde van Chili rondom kaap Hoorn naar Montevidéo. Vanhier toog hij te land door Uruguay naar Brazilië en keerde in 1861 van Rio over Frankrijk naar Duitschland terug. in 1862 vergezelde hij hertog Ernst von Gotha op eene reis naar Egypte en Abessinië, en vestigde na zijn terugkeer duurzaam zijn verblijf te Gotha. in de jaren 1867 en 1868 ondernam hij wederom eene groote reis naar Noord-Amerika, Mexico, Ecuador, Venezuela en West-lndië en beschreef haar in zijne „Neue Reisen (1868, 3 dln)”. Daarna woonde hij geruimen tijd in Dresden, en eindelijk in Bronswijk, waar hij den 31sten Mei 1872 overleed.

Na zijne 2de groote reis had hij de volgende geschriften in het licht gezonden: „Reisen (1853—1854, 5 dln) en „Achtzehn Monate in Südamerika (1862, 3 dln)”, benevens eene reeks van boeijende romans, die levendige schetsen bevatten van het doen en laten der menschen in de door hem bezochte landen. Zoo bewegen zich „Die beiden Sträflinge (1856, 3 dln; 2de druk 1864) en „im Busch (1864, 3 dln)” in Australië, — „Tahiti (1854, 4 dln, 2de druk 1856)” op de eilanden van den Grooten Oceaan, —„Unter den Aequator (1861, 3 dln)” op Java, — „General Franco (1865, 3 dln)” in Ecuador, — „Sennor Aguila (1865, 3 dln)” in Peru, — „Die Colonie (1864)” in Brazilië, —de „Californische Skizzen (1865)” en „Gold (1858 , 3 dln)” in Californië. Slechts zelden plaatste hij, zooals in „Das alte Haus (1857)” het tooneel van zijn verhaal op den vaderlandschen grond. Voorts leverde hij een groot aantal kleine verhalen, zooals „Aus zwei Welten (1854, 2 dln)”, — „Hell und Dunkel (1859, 2 dln”, — „Inselwelt (1860, 2 dln)”, — „Heimliche und unheimliche Geschichten (1862, 2 dln)”, — „Aus meinem Tagebuche (1863, 2 dln)", — „Unter Palmen und Buchen (1865)”, — „Wilde Welt (1865)” enz. Voor liefhebbers van de jagt schreef hij: „Waidmanns Heil (1857)”, en „Eine Gemsjagd in Tirol (1857)”.

Onder zijne populaire geschriften verdienen vooral „Nach Amerika (1855, 6 dln)” en „Die Welt im kleinen für die kleine Welt (2de druk 1866, 7 dln") eene afzonderlijke vermelding. Van zijne romans, die zich op Duitschen bodem bewegen, noemen wij voorts: „Eine Mutter (1867, 3 dln)” „Der Erbe (1868, 3 dln)” — en „Am Eckfenster (1871, 4 dln)”. Voorts schreef hij: „Unter den Penchuenchen (1867, 3 dln)”, — „Die Missionäre (1868, 3 dln)”, — „Der Pareerievertrag (1863)”, — „Die Blauen und die Gelben (1870)”, — „in Mexico (1871, 4 dln)”, — „in Amerika (1871)”, — „Kreuz und Quer (1869, 3 dln)”, — „Buntes Treiben (1870, 3 dln)”, — „Herrn Mahlhuber's Reiseabenteuer (3de druk 1871)”, — en „Ein Plagiar, Mexikanische Erzählung (1872)”. Zijne verzamelde werken zijn in 1872 te Jena in het licht verschenen. Een groot aantal reisbeschrijvingen en romans van dezen vruchtbaren schrijver werden in het Nederlandsch vertaald.

< >