Gerstenberg (Heinrich Wilhelm von), een Duitsch dichter en letterkundige, geboren te Tondern in Sleeswijk den 3den Januarij 1737, studeerde te Jena, trad in de krijgsdienst en werd ritmeester. Na den dood van Frederik V (1766) nam hij zijn ontslag, doch de minister von Bernstorff plaatste hem in 1768 aan de kanselarij, en in 1775 werd hij resident in de vrije rijksstad Lübeck. in 1783 begaf hij zich naar Eutin, bij zijn vriend Vosz, en in 1785 verkreeg hij eene betrekking in Altona, welke hij in 1812 wegens gevorderden leeftijd nederlegde. Hij overleed den lsten November 1823. Zijne „Tändeleien”, kleine Anacreontische verhalen, werden met bijval ontvangen (1759).
Hierop volgden zijne „Prosaischen Gedichte (1769)”, — het naar Beaumont en Melcher bewerkte treurspel „Die Braut (1759)”, •— „Gedicht eines Skalden (1766)”, — en „Ariadne auf Naxos (1766)”. De „Hypochondrist”, door hem en J. F. Schmidt uitgegeven, bevat vele lezenswaardige opstellen, alsmede de „Briefe über Merkwürdigkeiten der Literatur”. Voorts verwierf hij grooten roem door zijn treurspel „Ugolino (1768)”. Minder bijval vond het melodrama „Minona oder die Angelsachsen (1785)”. Later hield hij zich bezig met de wijsbegeerte van Kant en schreef: „Die Theorie der Kategorien entwickelt und erläutert (1795)” en een „Sendschreiben an Villers, das gemeinschaftliche Princip der theoretischen und praktischen Philosophie betreffend (1821)”. Zelf bezorgde hij eene gezamenlijke uitgave van zijne „Vermischten Schriften (1815)”.