Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gerson

betekenis & definitie

Gerson (Johann von), eigenlijk Jean Charlier, een verdienstelijk godgeleerde, geboren te Gerson in het bisdom Rheims, studeerde te Parijs, werd in 1392 doctor in de theologie en zag zich in 1395 benoemd tot kanselier der Universiteit. in die betrekking zocht hij alle verdeeldheden in de R. Katholieke Kerk op te heffen en deze te hervormen. Hij wendde hiertoe vooral pogingen aan op de conciliën te Pisa en te Constanz. Nadat hij in zijne geschriften „De unitate ecclesiastica” en „De auferibilitate papae ab ecclesia” had aangetoond, dat een oecumenisch concilie hooger gezag had dan de paus en dezen kon afzetten, wees hij den pasgekozen Alexander V met aandrang op talrijke misbruiken der Kerk, en toen Johannes XXIII een tweede concilie te Rome belegde, toonde hij aan in zijn werk „De modis uniendi ac reformandi ecclesiam in concilio universali”, dat eene grondige hervorming alleen tot stand kon komen op een concilie, dat onafhankelijk was van den Paus. Daarentegen was hij afkeerig van elke verandering in kerkelijke leerstellingen en gebruiken, en hij werkte niet weinig mede tot de veroordeeling van Husz.

Na het eindigen van het concilie te Constanz moest hij zich in Beijeren aan de vervolgingen van den hertog van Bourgondië onttrekken, doch hij begaf zich weldra naar zijn broeder te Lyon, waar hij zich met het onderwijs in eene kloosterschool belastte en den 12den Julij 1429 overleed. Wegens zijne practisch-Christellijke gezindheden ontving hij den naam van „doctor christianissimus”. in zijne brieven „De reformatione theologiae” drong hij aan op eene vlijtige lezing van den Bijbel. Zijne gezamenlijke werken zijn in 1706 door Dupin uitgegeven.

< >