Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gera

betekenis & definitie

Gera, de hoofdstad van het vorstendom Reuss, Jongere lijn, is in de jongste 25 jaar eene bloeijende fabriekplaats geworden, die in het laatst van 1871 bijna 18000 zielen telde. Zij ligt in een bekoorlijk dal aan de Witte Elster ongeveer 3 geogr. mijl ten zuiden van Zeitz en bijna 4 geogr. mijl ten zuidwesten van Altenburg.

Men heeft er 7 openbare pleinen, regte straten, wèlgebouwde huizen, eene uitmuntende waterleiding en gaslicht. Van de 3 kerken zijn die van St. Salvator en de Triniteitskerk, en onder de overige gebouwen het kasteel Osterstein, het stadhuis, de schouwburg en de bank het merkwaardigst. Behalve een gymnasium en eene reaalschool (verbonden met eene hoogere burgerschool voor meisjes en 3 afdeelingen der burgerschool), heeft men er eene weefschool en eene teekenschool. De welvaart der ingezetenen vloeit er voort uit verschillende takken van nijverheid. Men heeft er wolkammerijen en wolspinnerijen, wol- en katoenweverijen met ongeveer 2000 mechanische weefgetouwen; hierbij en bij de katoen-drukkerijen, de bleekerijen en de verwerpen worden duizende werklieden bezig gehouden. Voorts heeft men er tabakskerverijen, leerlooijerijen, machinefabrieken, ijzergieterijen, paardehaarspinnerijen, pekkokerijen enz., terwijl in 2 groote fabrieken harmonica's en accordeons vervaardigd worden.

Ook vindt men er bierbrouwerijen, zeepziederijen, mosterdfabrieken, azijnmakerijen, chocolade-, lijm-, handschoenen- en hoedenfabrieken, en men vervaardigt er veel kunstbloemen. In 1869 ontstond er eene nijverheidsvereenigiug, en er zijn druk bezochte graan- en wolmarkten. Een en ander wordt niet weinig bevorderd door den spoorweg, die zich van Gera over Zeitz uitstrekt naar de „Thüringer Bahn" bij Weiszenfels, alsmede door den spoorweg naar Gösznitz, in 1866, en dien naar Eichicht, in het laatst van 1871 geopend. — Deze stad bestaat reeds sedert de 11de eeuw, werd in 1450 door de Bohemers onder Podiebrad verwoest en uitgemoord, in 1639 in den Dertigjarigen Oorlog door de Zweden gedeeltelijk verbrand, en later bij herhaling door de vlammen vernield. Het reeds vermelde kasteel Osterstein is sedert 1854 de residentie van den Vorst; het is in den laatsten tijd door Hendrik LXVII grootendeels in smaakvollen stijl vernieuwd; het bevat 5 zalen, ongeveer 160 vertrekken, eene boekerij, eene wapenzaal enz. Het oude slot Osterstein is afkomstig uit de 9de eeuw. — De aloude heerlijkheid Gera vormt thans het district van dien naam, hetwelk op 4 □ geogr. mijl omstreeks 40000 inwoners telt. Daartoe behoort onder anderen het vlek Langenberg met de Zoutgroeve Heinrichshall, het dorp Köstris aan de Elster, en het dorp Rüdersdorf met belangrijke zandsteengroeven.

< >