Geiler von Kaisersberg (Johann), een beroemd Duitsch kanselredenaar, geboren te Schaffhansen den 16den Maart 1445, werd na den vroegtijdigen dood zijns vaders door zijn grootvader te Kaisersberg in den Elzas opgevoed, studeerde te Freiburg en te Basel in de godgeleerdheid, trad als prediker op te Freiburg, werd naar Würzburg beroepen, vervolgens naar Straatsburg, waar men hem in 1478 tof domprediker benoemde, en overleed aldaar den 10den Maart 1510. Hij behoorde, tot de geleerdste en tevens tot de zonderlingste mannen van zijn tijd. Zijne leerredenen werden door hem in het Latijn geschreven en in het Duitsch gehouden en onderscheiden zich door een uiterst populairen toon.
Hij ontleende zijne beelden aan het leven en versmaadde noch het wapen der geestigheid, noch dat der satyre en dreef dit veel verder, dan men thans met de waardigheid van den kanselredenaar bestaanbaar zou achten. Hij mag derhalve als een voorlooper van Abraham a Santa Clara beschouwd worden. Van zijne geschriften vermelden wij: Het „Narrenschiff (1511)”, namelijk 412 leerredenen over het „Narrenschiff” van Brant,— „Das irrig Schaf (1510)” — „Der Seelen Paradiesz (1510”, — „Das Schiff der Pönitenz und Buszwirkung (1511)”, — „Das Buch Granatapfel (1511)”, — en „Postill (1522)”.
