Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gehalte

betekenis & definitie

Gehalte noemt men het betrekkelijk bedrag van een of ander bestanddeel in een mengsel. De procentsgewijze berekening van een gehalte is de eenvoudigste en dus de gemakkelijkste. Zij wijst aan hoeveel deelen van eene of andere stof gemiddeld bevat zpn in honderd deelen van het mengsel.

Voorts komt het woord gehalte vooral voor, wanneer er sprake is van muntstukken. De waarde der standpenningen wordt van zelf bepaald door het gewigt aan edel metaal fijn, dat er in afgepast is. Goud en zilver in zuiveren toestand kunnen niet best tot muntstukken verwerkt worden; daarom moet bij dit gewigt fijn eene geringe hoeveelheid minder edel metaal, b. v. koper, gevoegd worden. Het gewigt der hoeveelheid goud of zilver, die de munt volgens de wet moet bevatten, heet het gehalte der munt. Het gehalte wordt in den regel uitgedrukt, niet door het cijfer der hoeveelheid fijn metaal, die in het stuk gevonden wordt, maar door het cijfer, dat de verhouding van deze hoeveelheid tot het gewigt van het geheele stuk aanwijst.

Volgens onze muntwet van 26 November 1847 is het gehalte van den gulden, den rijksdaalder en den halven gulden vastgesteld op 945/1000; dat is: het gewigt van de in die munten vervatte hoeveelheid metaal fijn staat tot het geheele — het bruto — gewigt dier munten als 945/1000; het gehalte van den zilveren pasmunt is 640/1000 dat van den gouden Willem, den dubbelen en halven gouden Willem is 900/1000 ; en dat van den enkelen en dubbelen gouden dukaat 9S3/1000. Van de duizend deelen, die de dukaat bevat, bestaan dus slechts zeventien uit minder edel metaal. In denzelfden zin spreekt men van het gehalte van metaal, dat in den handel wordt gebragt in den vorm van baren, of van metaal in ongedegen toestand, zooals het in het erts voorkomt. Bij andere koopwaren beteekent gehalte de soort, de meerdere of mindere deugdelijkheid.

< >