Garat (Dominique Joseph, graaf), een Fransch staatsman en uitstekend schrijver, geboren te Ustariz bij Bayonne den 8sten September 1749, had zich reeds door zijne „Eloges” op den kanselier l’Hôpital, den abt Suger, Fontenelle en anderen gunstig onderscheiden, en was redacteur van het ,,Journal de Paris”, toen de Omwenteling uitbarstte. De burgers van Bordeaux vaardigden hem af naar de eerste Nationale Vergadering, Hierdoor kwam hij in hoogst merkwaardige omstandigheden. Als minister van Justitie moest hij Lodewijk XVI met het over hem uitgesproken doodvonnis bekend maken, en als minister van Binnenlandsche Zaken scheen hij vaak een lijdelijk werktuig te wezen van Hébert en Danton. Toen hij in 1793 zijn ontslag genomen had, werd hij als een gematigde in den kerker geworpen en eerst den 9den Thermidor weder op vrije voeten gesteld.
Hij zag zich daarna aan het hoofd geplaatst der Zaken van Onderwijs, doch liet deze betrekking weldra varen, zich vergenoegend met een professoraat in de wijsbegeerte aan de pas-opgerigte normaalschool. in 1798 ging hij als gezant naar Napels, en in 1799 werd hij lid van den Raad der Ouden. Napoleon benoemde hem voorts tot graaf, senator en ridder van het Legioen van Eer. Later evenwel bragt hij in kalme vergetelheid zijne dagen door, totdat hij, bij den terugkeer van Napoleon van Elba tot lid van het Vertegenwoordigend Ligchaam benoemd, zich met kracht liet hooren tegen de Bourbons. Bij de vernieuwing van het instituut onder Lodewijk XVIII werd zijn naam op de lijst der leden doorgehaald en eerst na de Julij-omwenteling van 1830 zag hij zich weder in die geleerde vereeniging opgenomen. Hij overleed in zijne geboorteplaats den 9den December 1833, hoogst belangrijke „Mémoires” achterlatende. — Jean Pierre Garat, een beroemd Fransch zanger, geboren te Ustariz den 25sten April 1764, was een neef van den voorgaande, en begaf zich in 1782 naar Parijs, waar hij in 1795 zich benoemd zag tot leeraar aan het Conservatoire. Hij bezat eene prachtige stem en eene verwonderlijke kunstvaardigheid, volbragt eenige kunstreizen naar Spanje, italië, Duitschland en Rusland, en overleed te Parijs den lsten Maart 1823.
