Freiesleben

betekenis & definitie

Freiesleben (Johann Karl), een verdienstelijk aard- en delfstof kundige, geboren te Freiburg den 14den Junij 1774, bezocht aldaar de mijn-academie onder de leiding van Werner, studeerde te Leipzig in de regten en reisde met von Humboldt in het gebergte van Zwitserland en Savoije. Na zijn terugkeer werd hij „Bergambtassessor” te Mariënberg, bekleedde daarna eenige andere betrekkingen bij het mijnwezen, en stond in 1838 als „Berghauptmann” aan het hoofd der mijn-zaken in Saksen. in 1842 werd hij op zijn verzoek ontslagen, en overleed den 20sten Maart 1846. Van zijne geschriften noemen wij: „Geognostische Arbeiten (1807—1818, 6 dln)”, — „Magazin für die Oryktographie von Sachsen (1828— 1845, afl. 1—12)”, — en „Die Sächsischen Erzgänge (1843—1845, 3 dln)”. Ook leverde hij eene „Bergmännisch-mineralogische Beschreibung des Harzes (1795, 2 dln)” — en een „Uebersicht der Literatur der Mineralogie (1822)”