Flottwell (Eduard Heinrich), een Pruissisch staatsman, geboren te Insterburg in de provincie Pruissen den 23sten Julij 1786, studeerde te Königsberg in de regten, bekleedde weldra verschillende regterlijke betrekkingen en was in 1830 bij het uitbarsten der Poolsche omwenteling opper-president der provincie Posen, eene betrekking die hij op eene vrijgevige wijze waarnam tot in 1841, toen hij in dezelfde betrekking naar Magdeburg in Saksen verplaatst werd. Bij de troonsbeklimming van Friedrich Wilhelm IV zag hij zich benoemd tot geheimraad in werkelijke dienst met den titel van excellentie. Van 1844 tot 1846 was hij minister van Financiën, waarna hij belast werd met het bestuur der provincie Westfalen. In 1841 door een kiesdistrict der provincie Saksen naar de Nationale Vergadering afgevaardigd, voegde hij zich bij de uiterste regterzijde (Café Milano), en werd in 1849 door een kiesdistrict der provincie Posen benoemd tot lid der Eerste Kamer te Berlijn.
Nadat hij voorloopig opper-president in de provincie Pruissen geweest was, zag hij zich met die waardigheid bekleed in de provincie Brandenburg. In 1858 werd hij minister van Binnenlandsche Zaken en betoonde als zoodanig groote geestkracht. In het volgende jaar keerde hij als opperbestuurder naar Brandenburg terug, werd in 1862 gepensioneerd, en overleed te Berlijn den 24sten Mei 1865.
