Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Florisz

betekenis & definitie

Florisz (Pieter) of Klorissen (Floriszoon), een dapper Nederlandsch vice-admiraal, geboren te Hoorn, waarschijnlijk tusschen 1605 en 1610, voerde in 1652 als schout-bij-nacht onder Tromp het bevel over 12 schepen der Admiraliteit, om de koopvaarders door het Kanaal te brengen en tegen Engelsche kapers te beveiligen. In een gevecht tegen Blake (10 December) betoonde hij grooten moed, en bleef bij de poging van Tromp, om de Engelschen op de Theems te bestoken, met 13 oorlogschepen achter, om voor de koopvaardijvloot te zorgen. Toen hij in het begin van het volgende jaar, weder met Tromp, een aantal rijkbeladen koopvaardijschepen naar het Vaderland wilde brengen, geraakte hij den 28sten February op de hoogte van Portland slaags met een sterk Engelsch eskader en verwierf nieuwe lauweren in den Driedaagschen slag.

Zijn schip werd schier reddeloos geschoten, doch de Staten schonken hem eene gouden keten met een eerepenning van hetzelfde metaal. Hij nam verder deel aan de zeeslagen van 12 Julij, 8 en 10 Augustus van dat jaar, en toen bij laatstgemeld treffen de luitenant-admiraal Tromp den heldendood stierf, was men het aan het beleid van Florisz verschuldigd, dat de vloot bij haar vechtend wijken behouden bleef. Op den 11den November 1653 werd hij tot vice-admiraal benoemd.

Ook na den vrede met Engeland (1654) werd hij voortdurend uitgezonden ter bescherming der vloot. In 1657 vertrok hij om die reden naar de Oostzee, en tevens om Dantzig te ontzetten, dat door den Koning van Zweden belegerd werd. In hetzelfde jaar ging hij onder het opperbevel van den luitenant-admiraal van Wassenaar naar de Sond, om den Koning van Denemarken tegen de Zweden bij te staan, voerde het gezag over het eskader van het Noorderkwartier, bood in den slag op den 8sten November aan de Zweedsche zeemagt onder admiraal Wrangel moedig het hoofd, noodzaakte den vijand, die reeds zijn schip besprong, tot 2-maal toe om te wijken doch werd daarbij doodelijk gewond, zoodat hij het voorregt miste, de Zweden te zien afdeinzen en met van Wassenaar in zegepraal Kopenhagen binnen te zeilen. Het lijk werd op last van den Koning van Denemarken gebalsemd en in eene prachtige kist met een vereerend opschrift naar Nederland gevoerd en te Hoorn ter aarde besteld. De Staten schonken aan zijne weduwe 3000 gulden tot het stichten van een praalgraf, dat door Campfort ontworpen en vervaardigd, maar door den brand van 1838 vernield werd. Zijne wapenrusting is er nog aanwezig.

< >