Fanti of Fautijnen is de naam van een Negerstam op de kust van Guinéa, de Goudkust genaamd. Hij is afkomstig van den stam der Ashantijnen en voerde weleer heerschappij op de Goudkust, doch is er later door de Ashantijnen overwonnen en grootendeels uitgeroeid. Thans wonen zij er onder hunne opperhoofden in kleine gemeenten langs het strand, terwijl zij allen staatkundigen invloed verloren hebben. Zij zijn kleiner van gestalte, maar donkerder van huidkleur dan de overige bewoners van Guinéa, en tevens zwaarmoedig van aard, lui en bijgeloovig.
Schoon zij sedert vele jaren in betrekking staan tot de Europeanen, inzonderheid tot de Engelschen terwijl de Nederlanders met hunne vijanden, de Ashantijnen, verbonden waren, hebben zij geenerlei vordering gemaakt in beschaving. Tot de belangrijkste plaatsen behoren er Yankoemasi, Abrah (de voormalige hoofdstad), Commendah, Annamaboe en Winnebah. In den oorlog, dien Engeland thans op de kust van Guinéa voert, behoren de Fanti tot de hulptroepen van het Britsche leger; zij staan echter als soldaten niet hoog aangeschreven.