Falstaff (John), de trouwe makker van den losbandigen prins Hendrik van Wallis, later koning Hendrik V van Engeland (♰ 1421), is de zonderlingste dramatische persoonlijkheid, welke Shakspere in zijn „Henry the IV” en, op verlangen van koningin Elizabeth, in zijne „Merry wives of Windsor” geschetst heeft. Hij is een held onder de deugnieten, maar tevens zoo vermakelijk, zoo gemoedelijk, zoo schrander, dat men zich nooit genoeg over hem verbazen kan. Hij is soldaat, maar evenzeer een lafhartige als een uitbundige zwetser, en kent geen beter leven dan een goed leven, terwijl zijne losbandigheid hem ook op gevorderden leeftijd niet verlaat, en hij hoofdzakelijk bedacht is op zwelgen en uitslapen. Onder het masker van onnoozelheid verbergt hij eene ongemeene listigheid, doch hij weet aanstonds bij te draaijen, zoodra zijne streken hem met gevaar bedreigen.
Hij is een gemeen sujet, maar toch geestig, en men bemerkt, dat hij eene goede opvoeding genoten en betere dagen gekend heeft. Hij heeft een zwaarlijvig voorkomen, en Hendrik IV noemt hem een vleeschklomp. Hij behoort tot de meest oorspronkelijke scheppingen van Engelands grooten tooneeldichter.