Fain (Agathon Jean Frédéric, baron), eerste geheimschrijver van Napoleon I, werd geboren te Parijs den llden Januarij 1778. Reeds vroeg werd hij geplaatst aan de bureaux der Nationale Vergadering, en zag zich in 1793 benoemd tot secretaris der Militaire Commissie uit de Nationale Conventie en in 1796 tot afdeelingschef van het archief. Nadat hij vervolgens staatssecretaris geworden was, kwam hij in 1806 als archiefsecretaris in het geheime kabinet des Keizers, en werd in 1807 requestmeester, in 1809 baron en in 1813 geheimschrijver des Keizers, dien hij op al zijne togten vergezelde tot aan den afstand te Fontainebleau. De Restauratie beroofde hem van zijn bestuur van het archief, doch bij den terugkeer van Napoleon aanvaardde hij zijne voormalige betrekking.
De tweede Restauratie maakte hem nogmaals ambteloos, doch in 1830 werd hij eerste kabinetssecretaris van Lodewijk Philips, en in 1832 intendant-generaal der civiele lijst, staatsraad en groot-officier van het Legioen van Eer. Hij overleed den 14den September 1836. Hij heeft zeer merkwaardige geschriften in het licht gegeven, namelijk: „Manuscrit de l’an 1814, trouvé dans les voitures impériales, prises à Waterloo (1823)”, — „Manuscrit de l’an 1813, contenant le précis des évênemens de cette année (1824—1825, 2 dln)”, — „Manuscrit de l’an 1802 (1827, 2 dln)”, — en „Manuscrit de l’an trois (1794—1795), contenant les premières transactions de l’Europe avec la republique française et le tableau des derniers évênemens du régime conventionel pour servir à l’ histoire de cette époque (1823)”.