Onder dezen naam vermelden wij:
Hendrikus Petrus Everts, een Nederlandsch krijgsman, geboren te Rotterdam den 10den Mei 1777. Nadat hij reeds als officier bij het Fransche leger had gediend, kwam hij in 1795 in dienst als kapitein bij de Bataafsche Republiek en weldra als aide de camp bij den generalen staf. Hij streed in NoordHolland en Duitschland, woonde den togt naar Rusland bij, werd met spoed bevorderd, zag zich in 1814 geplaatst als luitenantkolonel bij het Nederlandsche leger, en werd in 1820 kolonel, voorts in 1825 generaal-majoor en provinciale commandant van Groningen en Drenthe. Hij nam deel aan den Tiendaagschen veldtogt en werd gepensioneerd in 1839. Hij was ridder der orde van het Legioen van Eer en van de Militaire Willemsorde.
Jonkheer Jacob Nicolaas Everts, desgelijks een Nederlandsch krijgsman. Hij werd geboren te Twello den 11den Februarij 1785, nam in 1802 vrijwillig dienst bij de Bataafsche infanterie en werd 3 jaar later luitenant bij de jagers, waarna hij de veldtogten van Napoleon in Duitschland bijwoonde. Koning Lodewijk plaatste hem in 1807 als 1ste luitenant bij de garde, en 2 jaar later werd hij bevorderd tot kapitein, alsmede tot ridder van de orde der Unie. In Fransche dienst werd hij voorts kapitein bij de oude garde, streed in Spanje en in Saksen, verwierf eerst het ridderkruis, daarna het officierskruis van het Legioen van Eer, en werd in het laatst van 1815 als majoor geplaatst bij het Nederlandsche leger. Bij de omwenteling van 1830 was hij commandant van het 2de bataljon jagers met den rang van luitenant-kolonel en wegens zijne belangrijke diensten in den Tiendaagschen veldtogt werd hij eerst tot ridder der Militaire Willemsorde 4de klasse en daarna tot ridder der orde 3de klasse benoemd. In 1836 werd hij kolonel en commandant van het regiment grenadiers, in 1841 generaal-majoor en commandant eener brigade, en hij overleed den 2den October 1846. Door koning Willem II was hij opgenomen in den Nederlandschen adelstand en versierd met de orde van den Nederlandschen Leeuw en met de commandeursorde van de Eikenkroon, — voorts was hij commandeur van het Legioen van Eer en ridder der St. Stanislausorde 1ste klasse.