Euphraat (De) of Eufraat, in het Grieksch en Latijn Euphrátes en in de Oostersche talen Frat, Phrat of Forát genoemd, is de grootste rivier van Vóór-Azië en vormt er met de Tigris een uitgebreid rivier-stelsel. Zij ontspringt in het binnenland van Arménië uit 2 bronrivieren, die, vestzuidwestwaarts vloeijend, zich in den omtrek van Maaden vereenigen. Van deze is West-Frat (in het Turksch Karasoe), die nabij Erzeroem stroomt, de eigenlijke Euphraat, hoewel zij door de Oost-Frat (in het Turksch Moerâdsoe) in grootte overtroffen wordt.
Niet lang na die vereeniging wendt de Euphraat zich zuidwaarts, baant bij Samsat (het oude Samósata) een weg door het Taurus-gebergte, over een afstand van 20 geogr. mijl met 300 stroomversnellingen voorwaarts kronkelend, bereikt bij Bir de lage vlakte, scheidt Mesopotamië en Syrië van de Syrisch-Arabische woestijn en zet haren weg voort in eene zuidoostelijke rigting. Niet ver van Bagdad nadert zij de Tigris zelfs tot ongeveer 3 geogr. mijl, stroomt over een afstand van 20 geogr. mijl evenwijdig met haar voort, om zich daarna van deze te verwijderen en zich eindelijk bij Korna met haar te vereenigen. De vereenigde stroom ontvangt den naam van Sjat-el-Arab (Arabierenstroom) en stort met vele armen zich uit digt bij Bassora, na een loop van 30 geogr. mijl, in de Perzische Golf. Door een kanaal is deze rivier met de Karoen, die van het Perzische gebergte afdaalt, verbonden. Hare geheele lengte is 373 geogr. mijl, en de oppervlakte van haar stroomgebied is met dat van de Tigris 12230 □ geogr. mijlen groot.
Hare wateren zijn troebel, maar gezond en goed van smaak, en hare overstroomingen strekken ten zegen voor hare oevers. Zij is met uitmuntenden visch bevolkt, en langs hare oevers vindt men overvloed van hout, steenkolen en jodenlijm. Ofschoon zij ruimschoots van water voorzien is, wordt zij wegens talrijke belemmeringen — zandbanken in den beneden- en stroomversnellingen in den bovenloop — slechts bij gedeelten voor de scheepvaart gebruikt, en de pogingen, in 1835—1837 door de Engelschen onder de leiding van den kolonel Chesney aangewend, om haar bevaarbaar te maken voor stoombooten en daarlangs alzoo een waterweg te openen van Indië naar de Middellandsche Zee, zijn vruchteloos geweest. Tusschen Roemkala en Bir nadert de rivier tot op een afstand van ongeveer 20 geogr. mijl tot de Middellandsche Zee en wèl tot de Baai van Alexandrette. Hier dachten de Engelschen een kanaal te graven (1836), en later waren zij van plan (1856), om van de Baai van Antiochia langs de Orontes en over Aleppo een spoorweg en eene telegraaflijn aan te leggen, dewijl langs eerstgenoemden de afstand van Londen naar Bombay 240 geogr. mijl korter zou wezen dan over Suèz. Sedert eenige jaren heeft de Euphraat boven Hillah, niet ver van de bouwvallen van BabyIon, eene meer westelijk gelegene bedding opgezocht, waar zij zich in groote meren en moerassen verliest, terwijl de waterstand bij Hillah en Diwanah van jaar tot jaar lager wordt.