Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Ettergezwel

betekenis & definitie

Ettergezwel (abcès) noemt men een gezwel, gevormd door de uitstorting van etter in eene beslotene ruimte. Zoodra echter zulk een gezwel kanalen bezit, waardoor zich de etter ontlast, ontvangt het den naam van verettering of fistel. Ook dan, wanneer zulk een gezwel aan de oppervlakte der huid of der vliezen geopend is, houdt het op, een ettergezwel te wezen, en wordt een zweer genoemd.

Het ettergezwel is een gevolg van voorafgegane ontsteking. Het kan overal ontstaan, behalve in de bovenste laag der opperhuid en in hare aanhangsels. Zijne grootte kan die van een gierstkorrel en ook die van een menschenhoofd wezen. Men verdeelt de ettergezwellen in 2 soorten, namelijk in het warme en het koude abcès. Het eerste heeft een snel verloop, onderscheidt zich door hitte en pijn, alsmede — zoo het zich in de huid bevindt — door roodheid, — eindelijk door vochtgolving bij het betasten en door zuchtige zwelling in den omtrek. Zulk een ettergezwel breekt spoedig open. Men dient het dan ook zoo ras mogelijk tot rijpheid te brengen en kunstmatig naar buiten te openen, daar eene uitstorting naar binnen wel eens gevaarlijk zou kunnen wezen.

Koude abcèssen ontstaan vaak onverwacht en worden gewoonlijk door reeds lang bestaande slepende ontstekingen veroorzaakt. Zij gaan gewoonlijk niet vergezeld van pijn, en evenmin van roodheid der huid. Dikwijls zijn zij zeer hardnekkig en willen voor geene behandeling wijken. Groot zijn soms de hoeveelheden vocht, die zulke ettergezwellen kunnen bevatten, zoodat zij zeer verzwakkend werken op het gestel.