Esterhazy von Galantha is de naam eener oude familie van Hongaarsche magnaten; de vertegenwoordiger der hoofdlijn verkreeg zelfs de waardigheid van Duitsch rijksvorst.
Hoewel men als stamvader een nakomeling van Attila, een zekeren Paul Estoras noemt, die in 969 gedoopt werd, bestaan er omtrent dit geslacht geene oudere geschiedkundige berigten, dan van 1238, toen Peter en Elias, zonen van Salomon van Estoras, de vaderlijke nalatenschap deelden. De eerste verkreeg Zerház en de tweede Illyésháza, zoodat zij 2 hoofdlijnen vormden, van welke de laatste in 1838 in graaf Stephan lllesházy uitstierf.
De nakomelingen van Peter noemden zich naar hunne bezitting Zerházy, totdat Frans Zerházy (geboren in 1563, overleden in 1595), vice-gespan van het comitaat Presburg, dezen naam, ter gelegenheid van zijne benoeming tot vrijheer van Galantha, in dien van Esterhazy veranderde. Franz had 4 zonen, en 3 van deze waren de stamvaders der adellijke huizen te Csesznek, te Altsohl en te Frakno (Forchtenstein). De beide eerste verkregen den 17den November 1683 de grafelijke waardigheid, en van het derde werd reeds de stichter Nicolaus II van Esterhazy den 10den Augustus 1626 tot erfgraaf van Forchtenstein verheven.
De lijn Csesznek is vervolgens in 2 takken verdeeld, welke beide nog bloeijen.
De lijn Altsohl is in 3 takken gesplitst. Van deze zijn 2 uitgestorven, terwijl de overgeblevene vertegenwoordigd wordt door graaf Daniël van Esterhazy, geboren den 4den Junij 1843.
De lijn Forchtenstein is desgelijks verdeeld in 2 takken, een grafelijken en een vorstelijken, die beide nog bestaan. Het tegenwoordig hoofd van den grafelijken tak is Nicolaus van Esterhazy, geboren den 8sten Februarij 1804. Zijn jongere broeder Moritz wijdde zich aan de diplomatie, was geruimen tijd (tot 1856) gezant te Rome en maakte den 19den Julij 1861 als minister zonder portefeuille deel uit van het kabinet Schmerling. Toen laatstgenoemde in 1865 zijn ontslag nam, behield Esterhazy in het ministérie Belcredi zijne betrekking. Van eene jongere lijn van den grafelijken tak is graaf Wilhelm von Esterhazy (geboren den 19den November 1794) het hoofd.
De vorstelijke lijn von Forchtenstein werd gesticht door Paul VI van Esterhazy, die zich als staatsman onderscheidde en vooral als krijgsman in de veldslagen van 1663 tot 1683, zooals in dien bij den St. Gotthard, bij het ontzet van Weenen, en bij de verovering van Ofen. In 1667 werd hij generaal der cavalerie en in 1687 wegens zijne uitstekende verdiensten in den rijksvorstenstand opgenomen.
Tot zijne nakomelingen behoorde Nicolaas van Esterhazy, geboren den 12den December 1765. Deze bezocht reeds in zijne jeugd bijna alle landen van Europa, trad vervolgens in de krijgsdienst en werd later met diplomatische zendingen belast. Hij was een ijverig bevorderaar van kunst en wetenschap, en overleed te Como in Italië den 25sten November 1833.
Zijn zoon prins Paul Anton van Esterhazy, geboren den 11den Maart 1786, ging in 1810 als Oostenrijksch gezant naar Dresden en in 1838 naar Londen, waar hij tot in 1838 bleef en zich door zijne bekwaamheid en door zijne kostbare kleeding en levenswijs onderscheidde. In 1842 keerde hij naar zijn vaderland terug, waar hij Obergespan werd van het comitaat Oedenburg en zich een vriend van vooruitgang betoonde. Dit bragt hem in 1848 in het ministérie Batthyanyi, doch hij nam tijdig zijn ontslag. In 1856 ging hij als buitengewoon gezant naar Moskou, en overleed te Regensburg den 21sten Mei 1866.
Het hoofd der vorstelijke lijn is thans zijn zoon, prins Nicolaas van Esterhazy, geboren den 25sten Junij 1817.
Het majoraat der vorstelijke lijn bestaat uit 29 heerlijkheden met 21 kasteelen, 60 vlekken, 414 dorpen en 207 andere bezittingen. Het bestuur daarvan is te Eisenstadt.