Esprit is een Fransch woord, dat vrij wel overeenkomt met het Nederlandsche woord geest. Het staat tegenover corps (ligchaam), doch wordt veelal gebruikt in de beteekenis van ons woord geestigheid.
In dien zin spreekt men van een bel-esprit, namelijk van iemand, die in het dagelijksch gesprek zich bedient van allerlei versierselen en van vernuftige woordspelingen. Ook in geschriften, bijvoorbeeld in die van Fontenelle enz., openbaart zich zulk een streven. Om alle verwarring te voorkomen, heeft men dan ook aan de gelukkige beoefenaars der Fransche letterkunde in onzen tijd den naam van beaux génies gegeven.
Men spreekt ook van esprit-fort, in de 16de eeuw aan Montaigne en Charron gegeven, omdat zij met de bestaande leerstellingen en vooroordeelen durfden breken. Daar echter hunne opvolgers nog verder gingen en in openbaar verzet kwamen tegen de heerschende godsdienstige gevoelens, gaf men aan esprit-fort (sterke geest) de beteekenis van vrijgeest.
Eindelijk vindt men wel eens de uitdrukking esprit de corps gebruikt, die niets anders aanduidt dan een geest van eensgezindheid, zoodat zij, van wie deze woorden gebezigd worden, als ’t ware één geest in één ligchaam bezitten.