Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Ertborn

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Joseph Karel Emanuël, baron van Ertborn, een Nederlandseh geschiedkundige. Hij werd geboren te Antwerpen den 22sten November 1778, ontving zijne opleiding te Parijs en vervolgens aan de hoogescholen te Luik en te Munster, waarna hij wegens kennis en bekwaamheid grooten lof verwierf, zoodat hij bij de stichting van het Koningrijk der Nederlanden tot lid der Rekenkamer benoemd werd. Hij overleed te ’s Hage den 1sten September 1823. Hij was een smaakvol beoefenaar der oude en nieuwe letterkunde en schreef: „Recherches historiques sur l’académie d’Anvers, les peintres, graveurs, sculpteurs et architectes, qu’elie a produits (1806, 2de uitgave 1817)”, en „Geschiedkundige aanteekening aangaande de St. Lucasgilde en de Rederijkkamers, gezegd van den Olijftak, de Violieren en de Goudsbloem (1806)”. Hij was ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw, van den Gouden Spoor en van Maltha, — voorts geheimschrijver-honorair van de Académie van Schoone Kunsten te Anwerpen, lid van de Maatschappij van Nederlandsche letterkunde te Leiden, enz.

Florentius Josephus, ridder van Ertborn, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Antwerpen den 4den April 1784, ontving eene wetenschappelijke opleiding en bevorderde — vooral gedurende zijn verblijf te Rome — de schilderkunst. In 1816 werd hij lid van Gedeputeerde Staten der Provincie Antwerpen en was vele jaren burgemeester van zijne geboorteplaats. Later was hij gouverneur van de provincie Utrecht, welke betrekking hij in 1830 nederlegde, — voorts Kamerheer des Konings, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, van Maltha, van den Gouden Spoor en van het Legioen van Eer. Nadat hij eenige jaren ambteloos geleefd had, overleed hij den 28sten Augustus 1840. Zijn fraai kabinet van schilderijen vermaakte hij aan de stad Antwerpen. Deze ijverige bevorderaar van kunst en wetenschap was lid van het Koninklijk Instituut en honorair lid van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap. Hij heeft zich veel moeite gegeven tot het opsporen en verzamelen van oirkonden en bescheiden betrekkelijk Jacóba van Beijeren.

< >