Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Erigena

betekenis & definitie

Erigena (Johannes), Scotus bijgenaamd, een van de geleerdste mannen der 9de eeuw, was waarschijnlijk een Ier van geboorte. Engeland en Schotland waren in die dagen zetels van geleerdheid, en men spreekt ook — schoon niet met volkomene zekerheid — van eene reis naar Griekenland, die Erigena volbragt, en van de kennis der Hebreeuwsche taal, die hij verworven zou hebben. Karei de Kale noodigde hem uit, om onderwijs te geven aan de Hofschool, en hij was er geruimen tijd werkzaam, totdat hij wegens kettersche gevoelens Frankrijk verlaten moest. Alfred de Groote riep hem in 877 naar Oxford, en men vermeldt, dat hij eenige jaren daarna te Malmesbury door zijne leerlingen is omgebragt.

Hij nam deel aan de twisten over de praedestinatie en de transsubstantiatie, en zijne meeningen kwamen overeen met die der Nieuw-Platonische wijsgeeren te Alexandria, zooals ten duidelijkste blijkt uit zijne vertaling der geschriften van Dionysius Areopagíta. Hij was de verkondiger van eene soort van wijsgeerige emanatie-leer. Naar zijn inzigt is God het wezen van alle dingen; in Hem liggen de verst verwijderde oorzaken, waaruit de eindige natuur voortkomt, en ten laatste keeren alle dingen tot zijn wezen terug. Erigena mag men alzoo beschouwen als den grondlegger eener Christelijk-godsdienstige wijsbegeerte in de middeleeuwen. In zijn voornaamste geschrift: „De divisione naturae” beweert hij, dat wijsbegeerte en ware godsdienst één zijn. Het werd onder anderen uitgegeven door Elosz (1853).