Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Epen

betekenis & definitie

Epen (Cornelius van), een Nederlandsch godgeleerde en dichter, werd geboren te ’s Hage in 1797 en was achtereenvolgens predikant te ’t Woud, Nieuwerkerk in Duiveland (1799), Vlissingen (1804), Blokzijl (1808), Wolvega (1809), Delfzijl (1816), Veendam (1817) en Maastricht (1822), waar hij in 1841 emeritus werd. Hij overleed te Amsterdam den 4den November van laatstgenoemd jaar.

Hij schreef: „Het betamelijk en godsdienstig gebruik van het lot in kerkelijke zaken, enz. (1811)”, — „Klaagzang bij een vreeselijken storm en watervloed, die de veelvuldige rampen van Vlissingen, in den nacht tusschen den 14den en 16den van Louwmaand 1808, volmaakte”, — „Bloemen op het graf van J. H. van der Palm gestrooid (1840)”, — „Triomf- en krijgslied den helden der menschheid bij hunne glansrijke overwinning op Bonaparte enz. toegewijd (1815)”, — „Verzameling van vertaalde en oorspronkelijke Evangélische stichtelijke gedichten (1839 en 1840)”, — eene vertaling van de Wette's „Bijbelsche dogmatiek (1820)”, — en een paar leerredenen.