Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Enschedé.

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Johannes Enschedé, een spruit van het Haarlemsch geslacht, dat zich sedert het midden der voorgaande eeuw jegens de drukkunst, alsook door de uitgave der „Opregte Haarlemmer Courant” jegens een groot publiek zeer verdienstelijk heeft gemaakt. Hij werd geboren te Haarlem den 7den Maart 1785, studeerde te Leiden, waar hij een huisgenoot was van den hoogleeraar Siegenbeek, in de regten, en plaatste zich na zijne promotie terstond aan het hoofd der firma Johannes Enschedé en zonen te Haarlem, waar hij zich inzonderheid met de zorg van gemelde courant belastte.

In 1813 werkte hij ijverig mede tot afschudding van het Fransche juk, werd lid van den stedelijken raad, bekleedde onderscheiden regterlijke betrekkingen — na 1827 die van auditeur-militair —, werd in 1840 benoemd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar hij tot de conservatieve partij behoorde, zag zich vereerd met het lidmaatschap van waterschapsbesturen, met de betrekking van curator der Latijnsche school, met den post van regent van het Proveniers- en Oude Mannenhuis, — voorts met het lidmaatschap van onderscheidene geleerde genootschappen, met de gouden medaille voor zijne firma op de Algemeene Tentoonstelling van Nijverheid te Haarlem in 1825, en met de orde van den Nederlandschen Leeuw.

Van het jaar 1813 tot 1829 voorzag hij geheel alleen in de redactie en correctie zijner courant, welke 3-maal ’s weeks in het licht verscheen. In 1829 kreeg hij hulp, en in 1847 ging hij er toe over, dat blad 6-maal ’s weeks te doen verschijnen. Den 8sten Januarij 1856 vierde hij het 2de eeuwfeest van het bestaan dier courant. Dat zij den 22sten September 1866 en vervolgens in grooter formaat en met uitvoeriger handelsberigten verschijnen zou, strookte aanvankelijk weinig met zijne inzigten, hoewel hij later erkende, dat zijne bezwaren ongegrond waren geweest. Hij overleed in hoogen ouderdom op den 8sten October 1866.

Willem Adriaan Enschedé, een verdienstelijk Nederlandsch wiskundige. Hij behoort tot het geslacht van den voorgaande, werd geboren te Haarlem den 20sten April 1811 en studeerde te Leiden in de wis- en natuurkunde.

Nadat hij gedurende den Belgischen opstand met de Leidsche jagers uitgetrokken was, hervatte hij bij zijn terugkeer gemelde studiën, zag zijn antwoord op eene prijsvraag over het „Magnetismus door beweging” bekroond door de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen en werd kort daarna bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde, na het verdedigen eener dissertatie „De calore qui excitatur electricitate (1834)”.

Een jaar later aanvaarde hij de betrekking van hoogleeraar in de wis- en natuurkunde te Franeker, waar hij wiskunde, physica en astronomie onderwees, en na de opheffing van het Athenaeum aldaar zag hij zich in 1843 eerst als buitengewoon en in 1847 als gewoon hoogleeraar geplaatst te Groningen, waar hij collégies geeft over de verschillende deelen der lagere en hoogere wiskunde, alsmede over de sterre- en dampkringskunde.

Enschedé is versierd met de commandeurs-orde der Eikenkroon.

< >