Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Endossement

betekenis & definitie

Endossement is een op den wissel of ander „aan order gesteld handelspapier” gesteld schrift, waardoor de houder zijn wil te kennen geeft, dat de betaling van dat papier aan een ander zal geschieden, en voor zooveel dit te pas komt, zelf hiervoor aansprakelijk wordt.

Hij die overdraagt, is endossant; hij, aan wien overgedragen wordt, geëndosseerde. Behalve wissels kunnen ook orderbriefjes — deze moeten zelfs aan order luiden —, assignatiën, cognossementen en bodemerijbrieven „aan order” door endossement overgedragen worden. Het endossement is dus eene wijze van overdragt van „aan order” gesteld handelspapier; wanneer de aard van het papier de „aan order” stelling toelaat, maakt deze bijvoeging het ook vatbaar voor endossement. Het is eene eigenaardige manier van overdragt met eigenaardige, door de wet geregelde, gevolgen; de gewone overdragt (cessie) voor schuldvorderingen, in het burgerlijk wetboek voorgeschreven, heeft door de verpligte beteekening aan den schuldenaar, of diens erkenning, te vele bezwaren, om te kunnen voldoen aan de eischen eener overdragt van handelspapier, dat voor de circulatie bestemd is.

Het endossement, dat op den wissel zelf of op zijne allonge moet geplaatst worden, heeft eene dubbele werking; het wettigt den houder, en doet voor zijn voorganger eene verbindtenis geboren worden. Het kan tweeërlei aard en strekking hebben: of die van overdragt van den eigendom van den wissel, zoodat een ander schuldeischer wordt, in plaats van den vorigen houder; of die van volmagt, endossement per procura, waardoor de houder niet zelf eigenaar en regthebbende wordt, maar slechts de betaling kan vragen voor een ander, die het hem heeft opgedragen. Zoo in het laatste geval het endossement zelf „aan order" is gesteld, dan kan de lasthebber den eigendom van het papier aan een derde opdragen en dezen tot werkelijk regthebbende maken, behoudens natuurlijk zijne verantwoording tegenover zijnen lastgever.

De endossant neemt eene verbindtenis op zich, en wèl, soortgelijke als die van trekker en acceptant, namelijk, om alle latere houders van dat stuk, en speciaal den houder op den vervaldag, te waarborgen, dat de betaling door den acceptant zal geschieden, en bijaldien deze — geheel of gedeeltelijk — niet mogt volgen, dat hij zich voor het geheel hoofdelijk jegens hem daarvoor aansprakelijk stelt (zie Wissel, Regres). De geëndosseerde wordt schuldeischer, en wèl zóó, dat hij niet, als bij cessie geheel in de plaats en in de regten treedt van zijn voorganger, maar hij wordt geheel zelfstandig, onafhankelijk schuldeischer, alsof hij zelf de door den trekker toegezegde betalingsbelofte had ontvangen; welk regt van den geëndosseerde hierin zijne verklaring vindt, dat acceptant en trekker door het papier „aan order” te stellen eene zelfstandige verbindtenis tot betaling hebben aangegaan jegens ieder, die zich als wettig houder van het stuk kan legitiméren. De schuldeischer, die betaling vraagt, wordt pas op den vervaldag bekend.

Alléén de „aan order” gestelde wissels, die nog niet vervallen zijn, kunnen door endossement overgedragen worden; latere afstand is alleen door eene acte van cessie mogelijk. De wet erkent het endossement als middel van overdragt alléén als het op den wissel zelf — gewoonlijk op den rug (dos), vandaar de naam — of op zijne allonge is gesteld. Het kan volledig, in blanco, of onvolledig zijn. Een volledig endossement bevat, behalve des endossants handteekening, de dagteekening — anti-datéren is op straf van vergoeding van kosten, schaden en interesten verboden, behoudens de aanleiding tot strafvervolging, zoo daartoe reden is —; de plaats, waar het geschiedt, gewoonlijk, en teregt, genoemd, hoewel door de wet niet gevorderd; den naam van den geëndosseerde, met of zonder bijvoeging „aan order”; de vermelding van genotene waarde of van waarde in rekening.

Het blanco-endossement bestaat alleen in de naamteekening, waarboven de houder — zoo er ruimte is — desverkiezende zijn naam kan invullen; vaak wordt het gebruikt om eene borgtogt, aval, te vermijden; het maakt den wissel tot eene soort van papier „aan toonder”, dat door overdragt van hand tot hand kan overgaan, wat vooral gemakkelijk en dienstig is voor hen, die geen lust hebben, om door het zetten hunner naamteekening, eene verbindtenis op zich te nemen. Het draagt den eigendom van 't stuk even goed over, als het volledige.

Het onvolledig endossement — wat niet volledig noch in blanco is — wordt slechts als eene volmagt beschouwd, om het bedrag, in ’t stuk vermeld, te innen, zelfs om het in regten te vorderen. Is het „aan order” gesteld, dan kan de lasthebber, zooals gezegd is, den eigendom aan een ander weêr overdragen. Het endossement, gesteld op een stuk, dat voor overdragt in eigendom op die wijze niet meer vatbaar is, schijnt ook voor eene volmagt tot inning der schuld gehouden te moeten worden. De endossant stelt zich door zijne naamteekening tot medewisselschuldenaar; wil hij zoodanige verbindtenis niet op zich nemen, dan maakt hij zich daarvan vrij door de toevoeging aan het endossement van de formule: zonder obligo, zonder protest of zonder kosten, eene formule, waaraan door de Duitsche Handelswet die kracht uitdrukkelijk is verbonden, doch die ook, bij het stilzwijgen onzer wet, door onze handelsmannen en juristen als zoodanige strekking hebbende wordt erkend.

< >